Het aantal mbo-studenten is in vijf jaar tijd met 30.000 gedaald. Ofwel, Nederland krijgt er bijvoorbeeld steeds minder verpleegkundigen of automonteurs bij. Voorzitter van de MBO Raad Adnan Tekin slaat alarm. Zijn zorgen zijn groot, want mbo’ers zijn van groot belang voor de samenleving. Dit meldt WNL.tv.
Niet alleen is er sprake van een algemene daling in studentenaantallen door het dalende aantal jongeren, maar bij het mbo gaat het extra snel. Tekin wijst op de groeiende arbeidsmarktkrapte: zonder voldoende mbo’ers komt de samenleving in de problemen.
Negatief imago mbo
Een belangrijke oorzaak van de daling is het negatieve imago van het mbo. Ouders en jongeren kijken vaak neer op beroepsonderwijs. Tekin hoort regelmatig dat mbo-studenten zich schamen voor hun opleiding. "Er heerst een hoger-is-beter-mentaliteit. Iedere ouder wil dat hun kind het beter krijgt dan zijzelf, en dan kom je toch vaak op die havo-hbo-route of universiteitsroute uit." Tekin ziet dat jongeren daar zelf ook liever voor kiezen, wat het gevecht nog zwaarder maakt.
Niet alleen het imago, maar ook de beloning blijft achter. Mbo’ers verdienen gemiddeld 37.000 euro bruto per jaar, terwijl hbo- en wo-afgestudeerden ruim 59.500 euro binnenhalen. Dat is een verschil van ruim 1.875 euro op een maandsalaris.
Meer waardering
Gemeentelijk ombudsman Marianne van den Anker pleit voor meer waardering voor mbo’ers. “Als je afstroomt, ga je ook gewoon een mooie toekomst tegemoet. Het moet uit alles gaan blijken dat wij waarde toekennen aan mensen met een mbo-diploma.” Ze roept op om mbo’ers te prijzen voor hun vakmanschap en maatschappelijke bijdrage.
Waar het overigens wél goed lijkt te gaan, is in het loodgietersvak. Volgens Techniek Nederland kozen bijna 5.000 jongeren in 2024 voor een mbo-opleiding werktuigkundige installaties. Dat is een toename van 20 procent ten opzichte van 2020.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky
