Het Openbaar Ministerie onderzoekt of betrokkenen bij de 'bangalijst' die rondging onder leden van het Utrechtsch Studenten Corps (USC) zich schuldig hebben gemaakt aan doxing, smaad en laster en belediging. Dat laat een woordvoerder van het OM Midden-Nederland weten, dat de zaak in onderzoek heeft. Doxing, het met kwade bedoelingen delen van iemands persoonlijke gegevens, is sinds 1 januari strafbaar. "Maar het kunnen ook nog andere dingen worden", aldus de woordvoerder. "En als inderdaad sprake is van een strafbaar feit, kijken we wie ervoor verantwoordelijk kan worden gehouden."
Eerder deze maand werd al bekend dat het OM een onderzoek was gestart, maar toen kon een woordvoerder nog niet zeggen waarnaar precies. Hij laat verder weten dat er vooralsnog één aangifte over de lijst is binnengekomen, maar dat de verwachting is dat het daar niet bij blijft.
Meer afspraken om aangifte te doen
Vorige week leek het erop dat er al meerdere aangiftes bij de politie lagen. En er zouden er nog meer volgen, zei advocate Ina Brouwer toen namens de getroffen studentes en hun ouders. Zij laat nu weten dat er meer afspraken stonden bij de politie om aangifte doen, maar dat ze niet precies weet hoe het daarmee is. Haar kantoor is in ieder geval druk met de aangiftes bezig, zegt ze. "Bij ons worden die nu gecoördineerd en ingediend", laat ze weten. "De aangiftes moeten echt goed gebeuren, daar is een deskundige mee bezig."
De lijst waar het onderzoek en de aangiftes om draaien, is een door USC-leden opgestelde powerpointpresentatie met daarin onder meer de namen en adresgegevens van eerstejaarsstudentes van de vrouwelijke vereniging UVSV. De studentes worden in die presentatie "seksueel beoordeeld", zo omschreven de Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht dat vorige week. De onderwijsinstellingen hebben als sanctie de subsidie aan het USC voorlopig stopgezet. Het USC-bestuur liet eerder weten dat de betrokken leden voor onbepaalde tijd zijn geschorst, maar was daarna niet meer bereikbaar voor commentaar.
Door: ANP