De samenwerking tussen onderwijs en opvang moet vereenvoudigd worden. Daarom stelt het kabinet een taskforce in die voorstellen moet uitwerken voor een betere samenwerking tussen onderwijs en opvang. Deze samenwerking moet voordelen opleveren voor kinderen, ouders en personeel. Na de zomer moet de taskforce van start gaan. In februari worden de eerste voorstellen verwacht. Dat melden Nederlands Jeugdinstituut en ministerie van Sociale Zaken.
Het kabinet hecht sterk aan een goede samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Deze samenwerking leidt idealiter tot een inhoudelijk samenhangend én doorlopend aanbod van onderwijs en opvang. Dit kan voordelen bieden voor kinderen, ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Voor de kinderen is dit meer rust en regelmaat, voor ouders ontstaat dan één herkenbare kwalitatief goede voorziening en voor personeel kan bijvoorbeeld verdergaande functiedifferentiatie in gevoerd worden of gewerkt worden met multidisciplinaire teams.
Het taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang wordt onder leiding gesteld van een externe onafhankelijke voorzitter. In de taskforce worden deskundigen uitgenodigd vanuit alle betrokken partijen, zoals VNG, brancheorganisaties voor opvang en onderwijs, belangenorganisaties van ouders en Kindcentra 2020. De taskforce wordt gevraagd om ten eerste te onderzoeken hoe de (bekende) knelpunten in de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang opgelost kunnen worden. Ten tweede moet de taskforce hiervoor partijen oproepen om, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, zelf stappen te zetten bij het oplossen van specifieke knelpunten.
Met de partijen uit de kinderopvangsector is het kabinet overeengekomen om pilots innovatieve opvang te starten om ervaring op te doen met het bieden van meer ruimte in een aantal kwaliteitseisen. De VNG heeft aangegeven dat zij met enkele gemeenten concreet aan de slag wil gaan om het concept van een integraal kindcentrum op enkele specifieke locaties verder te ontwikkelen.
© Nationale Onderwijsgids
