Normal_kov__spelen__zandbak__peuter__kind

Volgens de vier grote steden in Nederland is er onvoldoende zicht op de gastouderopvang in Nederland. De kwaliteitseisen voor gastouders zouden ook omhoog moeten en gelijk getrokken moeten worden met die in de kinderopvang. Dit meldt het KRO-NCRV-televisieprogramma De Monitor.

Volgens de wet hoeft er maar vijf procent van de gastouders gecontroleerd te worden. De steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht vinden dat te weinig, maar hebben niet genoeg capaciteit om de controles vaker uit te voeren. Den Haag heeft op eigen kosten extra inspecties uitgevoerd, omdat de GGD signalen had ontvangen dat er zaken niet goed gingen bij gastouders. Volgens wethouder Saskia Bruines uit Den Haag bestaan er grote verschillen tussen gastoudergezinnen op het gebied van taal en veiligheid. 
 
Alle steden vinden dat de kwaliteitseisen voor gastouderopvang omhoog moeten. Nu is het zo dat gastouders een opleiding op mbo2-niveau moeten hebben, terwijl pedagogisch medewerkers op een kinderdagverblijf aan een niveau van mbo 3 moeten voldoen. Ook is bijscholing niet verplicht voor gastouders.
 
Ook de kwaliteitseisen voor gastouderbureaus die de gastouders begeleiden, moet omhoog. "Uit ons onderzoek bleek dat de kwaliteit heel verschillend is. Sommige bureaus zijn heel actief en andere heel inactief", aldus Bruines. De vier steden pleiten daarom voor beter beleid in kwaliteitseisen en toezicht.
 
De landelijke koepel van GGD'en (GGD GHOR Nederland) sluit zich aan bij de oproep van de gemeenten. Directeur Hugo Backx roept de minister van sociale zaken en werkgelegenheid op om de wet aan te passen en geld vrij te maken voor meer en betere controles. Aan een plan van aanpak wordt gewerkt, volgens een woordvoerder. Het nieuwe kabinet gaat hiermee verder.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids