Nu de voorscholen in Amsterdam niet meer gratis zijn, halen veel ouders hun kinderen ervan af. Vaak gaat het om peuters met een taalachterstand, die de voorschool juist hard nodig hebben. Basisscholen vrezen dit effect volgend jaar terug te zien in de taalvaardigheden van de kleuters in groep 1. Dit meldt Het Parool.
In 2017 ging nog 85 procent van de kinderen met een taalachterstand naar de voorschool, dit jaar is dit 75 procent. In de wijk Zuidoost is het zelfs gedaald tot 68 procent. Ook kinderen zonder taalachterstand worden minder vaak naar de voorschool gestuurd. Dat percentage daalde van 40 naar 35 procent.
Sinds 1 januari 2018 vallen peuterspeelzalen onder de Wet kinderopvang. Doel was dat er geen verschil meer zou zijn tussen de gratis peuterspeelzalen en betaalde kinderdagverblijven, wat bij zou dragen aan gelijke kansen voor elk kind. In Amsterdam was het peuteronderwijs echter nog gratis, waardoor ouders door de nieuwe wet opeens een inkomensafhankelijke bijdrage moesten gaan betalen.
Impuls bijvoorbeeld, met 40 voorscholen en 20 kinderopvanglocaties in Nieuw-West, zag zelfs 20 procent van de peuters wegblijven, en niet alleen bij de minimuminkomens. Ook middeninkomens komen in de knel. Bovendien vinden veel ouders het administratief ingewikkeld om extra vergoeding aan te vragen, of ze weten er niet van. Basisscholen zijn dan ook bang dat de terugloop over een jaar merkbaar zal zijn in groep 1.
Onderwijswethouder Marjolein Moorman (PvdA) is geschrokken van de cijfers. "Een achterstand op 4-jarige leeftijd haal je eigenlijk niet meer in," aldus Moorman. Amsterdam mag de kosten niet direct vergoeden, maar stelt nu een extra investering van 7 miljoen euro voor. Hiermee wordt de inkomensafhankelijk bijdrage voor de laagste inkomens 17 euro. Ook wil de gemeente peuters van twee jaar in plaats van 2,5 jaar verwelkomen en de uren uitbreiden van 15 naar 16 uur per week.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
