De fabrikant van de stint heeft geen gehoor gegeven aan meerdere verzoeken van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om informatie over het voertuig. Dat maakte minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) woensdag bekend in brief aan de Tweede Kamer.
Vorige week zondag heeft de ILT diverse vragen bij de fabrikant neergelegd, onder meer over de gebruikte techniek in het voertuig en wanneer een bepaald model stint geïntroduceerd werd. Ook wil de ILT weten wanneer een stint die geschikt was gemaakt voor Maxi Cosi's voor het eerst werd geleverd aan kinderdagverblijven.
Op 21 oktober werd aan de fabrikant gevraagd de gegevens uiterlijk 25 oktober aan te leveren. Maar dat gebeurde niet. Op 29 oktober liet de ILT weten de informatie per direct te willen, maar de inspectiedienst heeft tot op heden geen enkele informatie ontvangen. Ook op woensdag is er nog een verzoek uitgedaan.
De minister laat weten dat de ILT heeft vastgesteld dat de fabrikant door de jaren heen diverse veranderingen aan het voertuig heeft aangebracht, bijvoorbeeld op het gebied van een noodstopknop, handrem, stuurkolom en batterijoplader. Door de jaren heen zijn er door de maker negen verschillende modellen stints gemaakt. De dienst heeft zeven van de modellen 'geschouwd', daarvan wordt rapport opgemaakt.
Maandag maakte de eigenaar van de fabrikant, Edwin Renzen, weten dat het bedrijf bankroet is. Het voertuig werd door de minister van de weg gehaald nadat een stint onder de trein terechtkwam in Oss. Daarbij kwamen vier kinderen om het leven en raakten nog een kind en een begeleidster gewond.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), politie en het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) onderzoeken de veiligheid van de elektrisch aangedreven kar. Volgens Renzen zijn de stints veilig.
Door: ANP