De brancheorganisaties in de kinderopvang willen dat het Nationaal Programma Onderwijs breder getrokken wordt en ook de kinderopvang meeneemt in de plannen. In een brief aan het ministerie van Onderwijs schrijven ze onder andere over de inzet van bso-medewerkers in het onderwijs en de versterking van voorschoolse educatie. Dit meldt Kinderopvang Totaal.
Voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is de komende jaren 8,5 miljard euro uitgetrokken. Dit geldt gaat ingezet worden in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, mbo en hoger onderwijs. De brancheorganisaties vinden echter dat de kinderopvang ook een rol moet spelen in het NPO. De kinderopvang, gastouderopvang en buitenschoolse opvang (bso) zijn namelijk ook van groot beland voor de ontwikkeling van kinderen, aldus de organisaties. In de brief schrijven ze: “In de coronatijd hebben pedagogisch medewerkers op veel plekken bijgesprongen in het onderwijs, om de noodopvang op scholen te kunnen draaien. Er bestaat bij de kinderopvang een ondernemende ‘handen uit de mouwen’ mentaliteit en de pedagogisch medewerkers zijn gewend te kijken naar: wat heeft dít kind nu nodig?”
Het NPO zou onder andere kunnen zorgen voor uitgebreidere arbeidscontracten voor pedagogisch medewerkers, die nu vaak beperkte contracten op de bso hebben. Daarnaast zien de organisaties ruimte voor verbetering in de voorschoolse educatie, zoals een doorlopend aanbod van 52 weken aan voorschoolse educatie, in plaats van 40 weken.
Door: Nationale Onderwijsgids
