Staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst) vindt dat de Tweede Kamer meer zelfreflectie moet tonen over de rol van het parlement in het toeslagenschandaal. Na de 'Bulgarenfraude' (fraude met Nederlandse toeslagen door Bulgaren) is de Kamer "in overdrive gegaan" en veel te veel gaan hameren op een harde fraudeaanpak, zegt de CDA-bewindsman in de podcast Betrouwbare Bronnen.
Toen de toeslagen werden ingevoerd, "ging men nog uit van goede trouw", schetst Van Rij. Maar na de Bulgarenfraude is het "fout gegaan", zegt de staatssecretaris. "Toen is de wind totaal uit de andere hoek gaan waaien", en is in de regels vastgelegd dat "wij uitgaan van kwade trouw" als iemand te veel toeslagen ontvangt. "Daar heeft de héle Tweede Kamer toen voor gestaan, inclusief het CDA", aldus Van Rij.
Zelfreflectie
Dat neemt niet weg dat er door de Belastingdienst en de rechtspraak fouten zijn gemaakt. Maar, voegt de staatssecretaris toe, "nooit is er door Kamerleden een zelfreflectie geweest" over de rol van de Kamer, die zelf voor die wet stemde. Een kritische blik in de spiegel is wel nodig, vindt Van Rij. "Net zo goed als een kabinet altijd aan zelfreflectie moet doen, net zo goed als iedere bewindspersoon aan zelfreflectie moet doen, moeten ook andere instituten in de parlementaire democratie dat doen."
Overigens heeft de Tweede Kamer het rapport omarmd over de toeslagenaffaire, waarin ook de eigen rol van de Kamer kort aan bod komt. "De wetgever - kabinet en parlement - mag het zich aanrekenen dat zij wetgeving heeft vastgesteld die spijkerhard was en die onvoldoende de mogelijkheid in zich had om recht te doen aan individuele situaties", schreef de Kamercommissie die in het rapport Ongekend onrecht.
Te weinig oog voor uitvoerbaarheid
De Kamer had, net als het kabinet, te weinig oog voor uitvoerbaarheid van toeslagenregeling bij de invoering van dat systeem, oordeelde de commissie in het rapport dat tot de val van het kabinet-Rutte III leidde.
Door: ANP