Dat mbo-instellingen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet zouden nemen, vindt Van Zijl onzin. Volgens de voorzitter zijn er talloze voorbeelden te noemen waaruit blijkt dat de scholen hun maatschappelijke opdracht in de begeleiding van kwetsbare jongeren zeer serieus nemen. “De scholen vangen juist duizenden kwetsbare jongeren op met vaak een combinatie van cognitieve en sociaal-maatschappelijke problemen en helpen ze naar een opleiding en zo naar perspectief in de maatschappij en op de arbeidsmarkt”, aldus Van Zijl. Het beeld dat in Nieuwsuur wordt neergezet van instanties die jongeren weigeren vanwege het geld dat ze voor elk behaald diploma zouden krijgen, is niet terecht, stelt hij.

Wel wordt het voor mbo-scholen steeds moeilijker om deze maatschappelijke opdracht goed uit te voeren, zegt Van Zijl. “De regelgeving vanuit de verschillende ministeries werkt vaak tegen elkaar in”, legt hij uit. “Ga maar na waar scholen allemaal aan moeten voldoen: zorgen dat jongeren kiezen voor opleidingen en beroepen waar de arbeidsmarkt om vraagt, tegengaan van voortijdig schoolverlaten, zorgen dat studenten aan hoge taal- en rekeneisen voldoen, zorgen dat ze ergens een stage kunnen volgen. Alles moet en alles is gericht op het snel kunnen doorlopen van een opleiding met als resultaat een diploma. En dat 'alles moeten' wringt soms met die maatschappelijke opdracht die scholen óók belangrijk vinden”.

Van Zijl roept de overheid op om na te denken over een meer consistente regelgeving. Anders is het straks in de toekomst wellicht wel zo dat groepen jongeren niet meer op het mbo terecht kunnen. “En wij vragen aan gemeenten om zij aan zij er alles aan te doen om jongeren een kans te geven”.

© Nationale Onderwijsgids