Medewerkers in de kinderopvang hebben een belangrijke signalerende functie, aldus Suzan Heij. Zij vormen ‘de ogen en oren’ die het verschil kunnen maken voor een kind dat mishandeld wordt. Door alert te zijn op signalen als blauwe plekken en afwijkende gedragingen kunnen deze leerlingen straks hun bijdrage leveren aan het stoppen van kindermishandeling.

Soms begint een vermoeden van kindermishandeling bij een onderbuikgevoel van een leidster op een kinderdagverblijf. “Het is belangrijk naar dat onderbuikgevoel te luisteren en melding te maken als je het niet vertrouwt”, aldus Suzan Heij. Strafrecht alleen is vaak geen oplossing, volgens de officier, maar het kan, samen met de juiste zorg, wel helpen om de situatie voor het kind te verbeteren. Het strafrecht zorgt ervoor dat de dader kan worden berecht of onder voorwaarden niet wordt vervolgd. Verder biedt het de mogelijkheid om verplichte maatregelen in te zetten die herhaling moeten voorkomen. Te denken valt aan een huis/contactverbod van 10 dagen, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld een agressietraining of cursus over alcoholgebruik. De officier van justitie raadt de leerlingen daarom aan bij twijfel altijd een melding te maken bij Veilig Thuis.

Er zijn meerdere manieren waarop melding gemaakt kan worden van kindermishandeling. Zo kan een (anonieme) melding gedaan worden op de website Vooreenveiligthuis.nl of er kan een melding of aangifte gedaan worden bij de politie.

© Nationale Onderwijsgids