Werkgevers en andere partijen zijn van plan om jongeren uit het mbo die al (gaan) werken voordat ze hun diploma hebben, vaker alsnog aan dat papier te helpen. Dat blijkt uit een brief van onderwijsminister Ingrid van Engelshoven aan de Tweede Kamer. Ze gaat het probleem samen oppakken met onder meer MKB-NL, VNO-NCW en MBO Raad. Het bedrijfsleven wil intussen wel de garantie voor een vast bedrag aan subsidie voor een leertraject voor dergelijke werknemers, want nu is er nog een algemene pot die door de subsidieaanvragers moet worden gedeeld.
Er is al langer ongerustheid over vroegtijdige mbo-verlaters. Het bedrijfsleven springt om vakkrachten en er is ook voor mensen zonder diploma vaak werk, maar zij hebben op de lange duur toch minder baanzekerheid. Jaarlijks verlaten meer dan 25.000 jongeren voortijdig het onderwijs. Een deel van deze uitvallers gaat aan het werk, terwijl ze hun startkwalificatie best hadden kunnen halen.
In een zogenoemde intentieverklaring die genoemde partijen donderdag tekenen, spreken ze zich nadrukkelijk uit vóór het behalen van een diploma en tegen ongediplomeerd aan het werk gaan. Ook moet de mogelijkheid van de BBL, de Beroeps Begeleidende Leerweg, ten volle worden benut om werkende jongeren alsnog aan een diploma te helpen.
Vak bijleren
Het kost een werkgever 11.000 euro om bijvoorbeeld een mbo-student in dienst te nemen die bij hem zijn vak wil leren. Het subsidiebedrag is maar een fractie daarvan, volgens VNO-NCW dit jaar 2216 euro, maar toch wil het bedrijfsleven daarover meer zekerheid. Enkele jaren geleden was de bijdrage nog 2700 euro. Een bedrag van minstens 2500 euro zou toch moeten worden gegarandeerd, aldus de werkgeversorganisatie.
Het gaat hier om subsidie voor die BBL. Die is volgens VNO-NCW ook goedkoper dan de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL). Een BBL'er heeft een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever en krijgt een dag in de week les. Een BOL'er is een student die stages loopt bij een bedrijf of organisatie en recht heeft op studiefinanciering.
Door: ANP