Centrale bankier Jen Weidmann zwengelde de loondiscussie in Duitsland aan door te pleiten voor een loonsverhoging van 3 procent. In Nederland zijn de loonsverhogingen ook al jaren gematigd. Experts vinden dat daar nu een einde aan moet komen. Zij hebben het standpunt van de Duitsers overgenomen. Koopkracht is het woord waar het vooral om draait. 

 

“We hebben al veel geprobeerd, maar niets helpt om de consumptie aan te zwengelen”, zegt de Groningse hoogleraar internationale economie Steven Brakman. “Misschien moeten we nu iets creatiefs doen: meer loonsverhoging zal zeker helpen om de bestedingen te stimuleren. Voor onze concurrentiepositie hoeven we niet te vrezen als de Duitsers het ook gaan doen.”

 

Volgens oud-directeur van De Nederlandsche Bank, Lex Hoogduin, is loonsverhoging belangrijk omdat het meer inflatie aanwakkert. “De loonkosten kunnen 3 tot 3,5 procent stijgen,” aldus Hoogduin. “Nu dreigt er deflatie en als je daar eenmaal in terechtkomt, kom je er moeilijk weer uit.”  Iedereen met schulden, zoals een hypotheek, heeft momenteel last van de ongekend lage inflatie. Deze is overigens in heel Europa erg laag. 

 

Vakbonden liggen al maanden met werkgevers in de clinch over de loonsverhogingen. Bijna 400 cao's zijn nog niet verlengd. De vakbonden willen een loonsverhoging van 3 procent omdat zij vinden dat werknemers na vele magere jaren recht hebben op meer koopkracht. De werkgevers verwijten de bonden dat ze te star vasthouden aan hun looneis van 3 procent.

 

© Nationale Onderwijsgids