AMSTERDAM - Dyslectisch zijn is soms vervelend. Maar ook dyslectische mensen kunnen de top bereiken. Daarvan is Richard Branson het levende bewijs. In een interview op Sprout.nl vertelt de Britse miljardair en avonturier onder andere over hoe hij met dyslexie omging en omgaat.
Eén les leerde Branson al op jonge leeftijd: gaat iets verkeerd, dan kun je dat negatieve het best omzetten in iets positiefs. Branson besloot op zijn zestiende van school te gaan. Dat hij dyslectisch was, had daarmee te maken. Op school kon hij zijn aandacht er niet altijd goed bij houden. Zijn dyslexie kon rekenen op onbegrip.
Later paste hij een mouw aan zijn beperking. Tijdens bijvoorbeeld een marketingcampagne zorgde hij ervoor dat anderen alle teksten hardop voorlazen. Snapte Branson het dadelijk, dan was de boodschap helder en kon deze de wereld in gestuurd worden.
Branson wijst op een onderzoek waaruit blijkt dat één op de drie Amerikaanse ondernemers dyslexie heeft. En dat zij heel goed zijn in patroonherkenning en het duiden van het grote geheel. Dyslectici moeten zich volgens hem niet minderwaardig voelen. Zij bevinden zich immers in goed gezelschap. Ook bijvoorbeeld Henry Ford, Albert Einstein en Thomas Edison zouden hebben gekampt met dyslexie.
© Nationale Onderwijsgids / Richard Heeres