Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen, noemt de resultaten verheugend. ‘Het onderzoek toont aan dat het leesbevorderingsbeleid van de laatste jaren zijn vruchten begint af te werpen. Met projecten en campagnes kun je kinderen prikkelen. Als je hun leesplezier écht een boost wilt geven, dan is structurele aandacht noodzakelijk. Regelmatig vrij lezen, voorlezen en praten over boeken in de klas. En met de kinderen naar de schoolbibliotheek. Al deze activiteiten zijn onderdeel van het programma de Bibliotheek op school en betalen zich uit voor de leesvaardigheid. Dat is dus dubbele winst!’

Het PPON-onderzoek onderstreept dat steeds meer scholen zich bewust zijn van het belang van leesbevordering. Vrijwel alle docenten lezen wel eens voor aan de groep en laten leerlingen (stil) lezen uit een boek naar keuze. Op 89% van de scholen is een bibliotheek aanwezig; 78% beheert een eigen boekencollectie. 95% van de leerkrachten doet mee aan activiteiten rondom de Kinderboekenweek en nog altijd 39% rondom voorleeswedstrijden.

Kinderen die plezier hebben in lezen, lezen vaker. Als gevolg daarvan stijgt hun leesvaardigheid. Het devies van Stichting Lezen luidt daarom: vijftien minuten (voor)lezen per dag. Het nut daarvan wordt onderstreept door het PPON-onderzoek. Groep 5-leerlingen die dagelijks tien minuten tot een half uur lezen, scoren betere prestaties op begrijpend lezen. Een minimale tijdsbesteding aan lezen kan dus al voor grote winst zorgen. En door samen te werken in een aanpak als de Bibliotheek op school is dat succes al snel bereikt!

© Nationale Onderwijsgids