In 2015 staat een aantal thema's centraal in het instellings- en stelseltoezicht dat de Onderwijsinspectie uitvoert. Afgelopen week heeft de inspectie haar Jaarwerkplan gepubliceerd: hierin staat te lezen hoe ze de thema's gaan onderzoeken. De inspectie wil meer gedifferentieerd toezicht uit gaan voeren om zo een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsverbetering van de instellingen ook boven het basisniveau. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.
De thema’s die in 2015 centraal staan, zijn:
- De onderwijskwaliteit en de ontwikkeling daarin;
- Schoolloopbanen (met name ook overgangsmomenten) van leerlingen en studenten;
- Motivatie, tevredenheid en sociale veiligheid van leerlingen en studenten;
- De kwaliteit van leraren;
- Passend onderwijs;
- Sturing op kwaliteit en financiën.
- Onderwijsverslag
In de jaarlijkse rapportage over de staat van het onderwijs, het Onderwijsverslag, doet de Onderwijsinspectie verslag van haar bevindingen op de verschillende niveaus en agenderen ze de belangrijkste vraagstukken.
De inspectie maakt een ontwikkeling door naar gedifferentieerd toezicht. Met gedifferentieerd toezicht willen ze een bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering van de instellingen ook boven het basisniveau. Behalve de oordelen ‘zwak’ en ‘zeer zwak’ gaan ze ook de predicaten ‘voldoende’ en ‘goed’ toekennen en dragen ze bij aan de toekenning van het predicaat ‘excellent’ via een jurymodel. Ze zijn gestart met pilots in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. De pilotfase duurt twee jaar en zal sterk bepalend zijn voor hoe het toezicht er over pakweg vijf jaar uitziet.
De inspectie onderzoekt de kwaliteit van het onderwijs in Nederland en stimuleert de kwaliteitsverbetering. Dit doen ze door risicogericht toezicht op de onderwijsinstellingen en door toezicht op het niveau van het Nederlandse onderwijsstelsel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan monitoring, verkenning, agendering en starten van discussies via publicaties, conferenties, en (waar nodig) handhavingsinterventies.
© Nationale Onderwijsgids
