In 2010 lag het percentage zwakke scholen in het speciaal onderwijs nog op 26 procent, dat is nu gedaald naar 5 procent in 2014. Ook het aantal zwakke basisscholen is flink gedaald van zeven procent in 2010 naar twee procent in 2014. Het voortgezet onderwijs loopt met de daling nog wat achter. In 2010 was één op de negen afdelingen zwak of zeer zwak. In 2014 gaat het om één op dertien afdelingen. Dit meldt het Onderwijsblad.
Door verschil in beoordeling zou het voor basisscholen iets makkelijker zijn om een voldoende te halen dan voor middelbare scholen. Volgens de inspectie lukt het basisscholen beter om de kwaliteit van de basisvaardigheden, die in de eindtoets worden gemeten, te verbeteren. Dit zou onder andere komen omdat basisscholen een voordeel hebben: bij het onderdeel opbrengsten worden alleen studievaardigheden, taal en rekenen gemeten. Door eerder aan de normen te voldoen, kan een basisschool investeren in taal en rekenen. In het voortgezet onderwijs worden alle vakken beoordeeld. Bekijk alle verschillen in het artikel van het Onderwijsblad.
Sluiting, fusie en leegloop komen veel voor bij zwakke basisscholen. “Onze beoordeling is bedoeld als stevige stimulans om de kwaliteit te verbeteren. Iedere school krijgt hier ook de tijd voor. Als een bestuur om uiteenlopende redenen geen toekomstperspectief meer ziet, is fusie of sluiting onvermijdelijk”, zegt de Onderwijsinspectie. Tegenwoordig worden scholen die bijvoorbeeld één jaar onvoldoende opbrengst laten zien gewaarschuwd. Volgens de inspectie helpt dit. Besturen die die ervaring hebben opgedaan, zullen ervoor zorgen dat het ze niet nog een keer overkomt. Er gaat dus wel een preventieve werking uit van onze waarschuwingen, aldus de inspectie.
© Nationale Onderwijsgids
