Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) zullen het de komende jaren moeilijker krijgen nu het passend onderwijs ingevoerd is. Door dit nieuwe onderwijsstelsel en regionale factoren als krimp zullen de scholen hun leerlingenaantal verder zien dalen. Het voortbestaan van het sbo zal onder druk komen te staan, vrezen medewerkers uit de sector. Zij zijn bang dat daarmee een geschikte tussenoplossing verdwijnt voor de groep kinderen die onvoldoende meekomen in het reguliere onderwijs maar voor wie het speciaal onderwijs weer een stap te ver is. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond in het Onderwijsblad.
Jan van Etten, voorzitter van het SBOwerkverband, maakt zich zorgen over de terugloop van het aantal scholen voor speciaal basisonderwijs. Van Etten staat achter de gedachte van het passend onderwijs om kwetsbare kinderen zoveel mogelijk een plek te bieden in het reguliere onderwijs. Volgens hem zijn er echter nog onvoldoende voorwaarden geschapen om deze kinderen in het reguliere basisonderwijs de juiste ondersteuning te kunnen bieden. “Als je dat als basisschool wilt doen, moet je eerst de expertise van je team opkrikken en met kleinere groepen gaan werken om leerlingen de juiste aandacht en ondersteuning te kunnen geven. Daarvoor ontbreekt nog veelal de deskundigheid en het geld”, aldus Van Etten. De voorzitter ziet een toename van het aantal schrijnende gevallen waarbij kinderen onvoldoende steun krijgen doordat zij te laat zijn doorverwezen of omdat een basisschool niet de juiste kennis in huis heeft.
In de laatste vijf jaar is het aantal sbo-scholen in Nederland teruggelopen van 312 naar 288. Vaak zijn deze scholen opgegaan in grotere verbanden omdat ze door dalende leerlingaantallen niet langer zelfstandig konden voortbestaan. Wanneer de ondergrens van het aantal leerlingen is bereikt, schieten de financiën te kort om extra ondersteuning zoals logopedie, orthopedagogiek en maatschappelijk werk nog te kunnen aanbieden.
Het speciaal basisonderwijs is niet hetzelfde als het speciaal onderwijs. Het sbo is voor kinderen zonder specifieke cluster-indicatie die problemen ervaren bij het leren. Tot 1998 kende Nederland voor deze groep kinderen de zogenoemde LOM-scholen en MLK-scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen of (zeer) moeilijk lerende kinderen. Deze scholen zijn vervangen door het speciaal basisonderwijs. Docenten in het sbo zijn extra geschoold om ondersteuning te kunnen bieden aan hun leerlingen.
© Nationale Onderwijsgids