Een minderheid ziet dat anders: tussen de 11 procent (mbo) en 18 procent in het primair onderwijs vindt dat de toezichtlast van een inspectiebezoek niet opweegt tegen wat het voor de school oplevert. Dat blijkt uit het tevredenheidsonderzoek 2013-2014 van de inspectie.

Bijna alle scholen geven aan dat het inspectiebezoek zal leiden tot een verbeterde onderwijskwaliteit (90 in primair onderwijs, 95 procent in speciaal onderwijs, 90 procent in voortgezet onderwijs en 81 procent in mbo). Een grote meerderheid van de scholen en instellingen is (zeer) tevreden over de voorbereiding en uitvoering van het schoolbezoek. Net zoals andere jaren ligt het gemiddeld rapportcijfer voor de inspectie tussen de 7,3 en 7.9.

De meeste kritiek hebben de ondervraagde schoolleiders en besturen op de risicogerichte werkwijze en de plaats van onderwijsresultaten in het toezicht: 40 procent van de scholen in het primair onderwijs en 25 procent in het voortgezet onderwijs en 19 procent in het speciaal onderwijs vinden dat de inspectie andere onderdelen dan opbrengsten onvoldoende meeweegt. Onderzoek van onafhankelijk onderzoeksbureau Oberon (2014) laat zien dat een groot deel van de schoolleiders en bestuurders vindt dat de inspectie de cognitieve opbrengsten en het onderwijsproces te zwaar laat meewegen in het oordeel en de sociale en andere opbrengsten te weinig.

De inspectie laat ze jaarlijks een tevredenheidsonderzoek uitvoeren onder bezochte scholen en instellingen. Daarnaast heeft de inspectie vorig jaar het toezichtkader voor voortgezet onderwijs en mbo laten onderzoeken door onafhankelijke bureaus. Belangrijkste uitkomst was dat de kaders volgens de onderzoekers positief gewerkt hebben op de onderwijskwaliteit. Tot slot voert de inspectie momenteel op grote schaal praktijkpilots uit met nieuwe vormen van toezicht, om te bezien op welke manieren het toezicht de scholen en besturen meer kan stimuleren. 

© Nationale Onderwijsgids