Leraren in het basisonderwijs krijgen regelmatig te maken met leerlingen die zich op extreme wijze uiten over bijvoorbeeld de vluchtelingencrisis of terreuraanslagen. Dat blijkt uit een rapport van Diversion, een bureau voor maatschappelijke innovatie. De extreme reacties zouden volgens het rapport soms al in de jongste groepen hoorbaar zijn. Dat meldt het Algemeen Dagblad.
“Ze zeggen bijvoorbeeld dat boten met vluchtelingen beter kunnen zinken”, beschrijft onderzoeker Dieuwertje de Graaff van Diversion de aard van de problematiek. “Of ze boksen tegen elkaar op om de felste mening over het vluchtelingendebat te hebben en gooien uiteindelijk een ruit in van een asielzoekerscentrum."
Voornamelijk blanke kinderen op plattelandsscholen uiten felle teksten over de grote problemen die er in de wereld spelen. Leraren weten niet goed hoe om te gaan met deze leerlingen. Diversion adviseert de leerkrachten de confrontatie aan te gaan door een gesprek te voeren over waarden en leerlingen uit te dagen hun vooroordelen en achterliggende redenen te delen. Volgens Diversion is het stellen van grenzen eveneens belangrijk.
De Graaff: “Probeer door te vragen. Waarom denken ze er zo over? En wat vinden andere leerlingen ervan? Zo neem je de kinderen serieus als gesprekspartner en door de hele klas erbij te betrekken kan je ze toch verschillende standpunten laten horen.''
Het is van groot belang om al op jonge leeftijd het gesprek aan te gaan, stelt Diversion. Adviseur Femke Pluymert: “Het wereldbeeld van middelbare scholieren zit al zo veel dieper. Als ze jonger zijn, kun je dat beeld veel makkelijker helpen verbreden.”
© Nationale Onderwijsgids