Veel kinderen met autisme hebben baat bij een flexibelere omgang met procedures en regeltjes. Hierdoor wordt voor hen passend onderwijs op een reguliere school meer mogelijk, volgens de werkgroep 'Vanuit Autisme bekeken'. Dit meldt Trouw.
De werkgroep baseert zich op een eigen analyse van ruim zestig praktijksituaties in basis- en voortgezet onderwijs. In iets minder dan een derde van de situaties is er passend onderwijs gevonden. In een derde van de situaties zitten kinderen thuis, in een zorginstelling of dagbesteding. De overig dertig procent krijgt onderwijs, maar moeizaam en niet geheel passend. Uit de analyse blijkt dat problemen met name opspelen op de middelbare scholen, vanwege de wisselingen in lokalen en docenten en de beginnende puberteit.
Volgens de werkgroep is er te weinig kennis over autisme, waardoor scholen vroegtijdig afhaken. Elk kind is bovendien weer anders. Dit vergt van de school en de leraar een open houding met aandacht voor elk kind. Het strak volgen van de regels leidt in veel gevallen niet tot goed en passend onderwijs voor een kind met autisme. De werkgroep noemt enkele simpele oplossingen die een kind met autisme kunnen helpen: helpen met plannen, huiswerk duidelijk op het bord schrijven, een leerling een rustige plek geven, of op drukke momenten een koptelefoon toestaan. Ook een thuiswerkdag kan een oplossing zijn. Als een leraar bereid is met het kind mee te denken, komt goed passend onderwijs weer een stap dichterbij volgens de werkgroep 'Vanuit Autisme bekeken'.
De analyse wordt vandaag aangeboden aan staatssecretarissen Dekker (Onderwijs) en Van Rijn (Volksgezondheid) tijden de Thuiszitterstop in Utrecht. Kinderen met autisme en hun ouders overhandigen het rapport de komende week op meer dan 80 plekken aan hun eigen school of gemeente.
Nederland telt zo'n achtduizend jongeren die niet naar school gaan. Deskundigen die veel met thuiszitters werken, schatten in dat misschien wel 40 procent van hen een vorm van autisme heeft.
© Nationale Onderwijsgids
