Preventie is belangrijk instrument bij het terugdringen van thuiszitters. De gemeenten Assen en Emmen hebben vorig jaar op deze manier het aantal leerplichtige thuiszittende kinderen aanzienlijk teruggebracht. Dat meldt het Dagblad van het Noorden.
Assen had in 2015 22 thuiszitters. 21 van hen gaan nu weer naar school. Wethouder Maurice Hoogeveen van D66 benadrukt het belang van preventie. Zo dient er goed gekeken te worden naar signalen voor uitval, zoals de thuissituatie, gedragsproblemen of psychische problemen. Door dit soort situaties voortijdig te signaleren kan het verzuim tegengaan.
Diverse partijen in Assen werken samen aan de preventie van verzuim. Jeugdzorg, onderwijs en de gemeente brengen elkaar sneller op de hoogte van eventuele problemen bij jongeren. De partijen spreken elkaar aan en dat lijkt zijn vruchten af te werpen. “We overleggen veel en bespreken leerlingen. Ook met Hoogeveen en Emmen is er contact. Het is belangrijk om te leren wat werkt rondom deze problematiek”, zegt de Assense wethouder.
Voormalig Kinderombudsman Marc Dullaert vertelde enkele weken geleden over het aantal onnodige thuiszitters. Volgens hem zitten duizenden kinderen ‘volstrekt onnodig’ thuis omdat een deel van de scholen en gemeenten onvoldoende zijn best doet een passende onderwijsplek te vinden. Hoogeveen vindt de beredenering van Dullaert te kort door de bocht. Hij is van mening dat er te veel wordt gewezen naar schoolbesturen, en wordt thuiszitten vaak gezien als pure onwil. “Je moet juist kijken naar de problematiek en willen samenwerken. Het is bijna nooit onwil, maar onmacht”, besluit Hoogeveen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids