Met de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart in het vooruitzicht heeft de redactie een overzicht gemaakt van de standpunten van de acht grootste politieke partijen over het onderwijs. Eensgezind zijn de partijen over het bevorderen van de kansengelijkheid in het onderwijs. Ook investeren in leraren is geen groot discussiepunt. Punten van onenigheid zijn onder andere het belang van toetsen en de basisbeurs versus het leenstelsel.
CDA
Het CDA benadrukt het belang van burgerschap en wil nieuwe scholen vooraf strenger toetsen "op hun bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen, integratie en burgerschap". Ook wil het CDA "binnen de huidige scholengemeenschappen brede en meerjarige brugklassen stimuleren zodat laatbloeiers ook de kans krijgen hun talenten te ontplooien". Het CDA wil een terugkeer van de basisbeurs, waarbij de ov-studentenkaart wordt vervangen door een reiskostenvergoeding. Op mbo-gebied ondersteunt de partij het kleinschalig beroepsonderwijs, aangesloten op de vraag van werkgevers in de regio.
Christenunie
Vrijheid van het onderwijs staat voorop bij de Christenunie. De partij wil minder regels en meer ruimte voor scholen. Hierin heeft ook de professionele ontwikkeling binnen onderwijsteams een plaats. "Het onderwijs moet eerlijke kansen bieden voor iedereen." De Christenunie zet daarom in op meer ruimte voor maatwerk voor kinderen met een beperking of chronische ziekte. De partij benadrukt het belang van praktijkscholen voor de samenleving. Ook is de partij voorstander van het herinvoeren van de basisbeurs voor studenten.
D66
"We investeren in leraren, in kwaliteit, in brede scholen met daarbinnen vroeg- en voorschools onderwijs voor iedereen, in versimpeling van leergangen, in tweede kansen, in leven lang leren en in onderzoek; en dat alles met meer aandacht voor de leerling en minder bureaucratie." "Alle kinderen krijgen vanaf hun tweede jaar al toegang tot kindcentra met onderwijs en aandacht voor cultuur, sport, digitale vaardigheden en een gezond leven." Daarnaast wil de partij experimenteren met driejarige brugklassen en een maatwerkdiploma invoeren.
Groenlinks
Groenlinks pleit voor kansrijk onderwijs. Dat wil de partij bereiken door onder andere dubbel schooladvies, een brede brugklas en een makkelijke doorstroming binnen vmbo en mbo in te voeren. "Er komt meer geld voor kleinere klassen (van maximaal 23 leerlingen), het inschakelen van extra begeleiding en ondersteuning en zo nodig voor het speciaal onderwijs. Leerlingen, deelnemers, studenten, ouders, en docenten krijgen meer zeggenschap over het beleid van scholen, onderwijsinstellingen en schoolbesturen."
PvdA
De Partij van de Arbeid wil miljarden in het onderwijs investeren om over tien jaar de best opgeleide beroepsbevolking ter wereld te hebben. De partij streeft naar gelijke kansen door alle kinderen gecombineerde schooladviezen te geven. Ook wil de PvdA een maatwerkdiploma invoeren "zodat kinderen per vak op een zo hoog mogelijk niveau eindexamen kunnen doen." Vakmanschap van leraren moet hergewaardeerd worden door onder andere de lesuren terug te brengen tot twintig uur en hen een beter salaris te geven. Ouders, leerlingen en docenten moeten meer invloed krijgen op het beleid van de scholen.
PVV
De PVV heeft één onderwijsstandpunt via het verkiezingsprogramma bekend gemaakt. De partij wil 'alle moskeeën en islamitische scholen dicht’.
SP
De SP wil een eerlijke kans voor alle kinderen in het onderwijs door onder andere een studiebeurs voor alle studenten in te voeren. Ook wil de partij kleinere klassen tot 23 leerlingen en meer mogelijkheden om onderwijs te stapelen in het voortgezet onderwijs en (hoger)beroepsonderwijs. Daarnaast komt er geen Lerarenregister, maar "een door de beroepsgroep opgesteld register zonder onnodige bureaucratie", waardoor de werkdruk fors verlaagd wordt. (Eind)toetsen worden niet verplicht, maar "bij schooladviezen wordt meer rekening gehouden met de groeipotenties van iedere leerling."
VVD
De VVD benadrukt dat een goede voorbereiding op de toekomst vandaag al begint. De basis hiervoor wordt gelegd in het primair onderwijs door naast het basislesprogramma aandacht te hebben voor digitale vaardigheden, ondernemen en samenwerken, naast techniek en praktische vaardigheden. De VVD vindt het van belang dat "Nederlandse tradities, waarden en vrijheden" in het onderwijs worden verankerd. De beste docenten zijn hoogopgeleid en scholen zich voortdurend bij. De VVD tilt zwaarder aan verplichte toetsen zoals de rekentoets, dan aan het oordeel van de docenten.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids