Onderzoekers van de organisaties Auris, NSDSK, Pento en Kentalis zijn gestart met een langetermijnonderzoek naar taalontwikkelingsstoornissen (TOS) bij kinderen. Voor het project Taal in Zicht zullen zij de kinderen twintig jaar lang volgen. Zo hopen de onderzoekers diverse vragen over de sociaal-emotionele ontwikkeling en het maatschappelijk functioneren van kinderen en jongeren met een TOS te kunnen beantwoorden. Dit meldt Auris.
Door de kinderen voor een ruime periode in hun leven te volgen, kunnen de onderzoekers in kaart brengen welke factoren de ontwikkeling van een kind met TOS belemmeren of juist bevorderen. Deze factoren kunnen dan als 'voorspellers' aangemerkt worden wat het makkelijker maakt voor professionals, zoals docenten en hulpverleners, om mogelijke taalproblemen te signaleren en daarop in te spelen.
De betrokken organisaties zullen zoveel mogelijk kunnen en hun ouders benaderen voor het onderzoek. De onderzoekers kijken hoe het met de taalontwikkeling van de kinderen gaat, hoe zij het op school of werk doen, hoe het kind zich voelt en wat hij of zij de vrije tijd doet. Dit gebeurt op vijf momenten: als het kind een half jaar van de behandelgroep af is, bij de overgang van groep 2 naar groep 3, de overgang van basisschool naar middelbare school, bij het verlaten van de middelbare school en als het kind 23 of 24 jaar is.
Een taalontwikkelingsstoornis is van grote invloed op het dagelijks leven op latere leeftijd. Veel mensen met een TOS ondervinden daarnaast (of daardoor) sociaal-emotionele problemen en problemen met het functioneren in de maatschappij, bijvoorbeeld bij het vinden van werk. Om deze problemen te kunnen voorkomen of zo veel mogelijk te beperken is meer kennis nodig over de ontwikkeling van kinderen en jongvolwassen met TOS.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids