Op 6 november 2019 organiseert Stichting Milo de allereerste bijeenkomst over het inzetten van ondersteunde communicatie (OC) voor het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen in Samen naar School klassen. In deze bijeenkomsten worden de uitkomsten gedeeld van een haalbaarheidsstudie en praktijkvoorbeelden waarin mooie resultaten zijn bereikt. De eerste bijeenkomst is ’s avonds in Bergen op Zoom. Bij voldoende belangstelling worden bijeenkomsten in andere regio’s georganiseerd. Dit meldt Stichting Milo.
Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor initiatiefnemers, medewerkers en ouders die betrokken zijn bij een ‘Samen naar School’ initiatief. Het gaat om kinderen met een ernstige handicap die binnen de muren van een reguliere school hopen op kansen en gelegenheden om deel te kunnen nemen aan lesactiviteiten (of onderwijsactiviteiten).
De beperkingen van deze kinderen zijn meestal het gevolg van een ontwikkelachterstand door een ziekte, aangeboren aandoening (denk bijvoorbeeld aan syndromen zoals Downsyndroom, Rett syndroom, Angelman syndroom) of verworven stoornissen door bijvoorbeeld een ongeval of ziekte (zoals hersenvliesontsteking of hersenkanker). Voor veel van hen is communiceren erg moeilijk. OC kan bijdragen aan de ontwikkeling van deze kinderen.
Gefinancieerd vanuit pgb's
Initiatieven binnen ‘Samen naar School’ zijn opgericht door ouders van kinderen met complexe communicatiebehoeften en worden gefinancierd vanuit hun persoonsgebonden budgetten (pgb's). Dat maakt dat de initiatieven onderling verschillen van visie, opzet en werkwijze. Een standaardaanpak, methodiek of -oplossing voor het stimuleren van de ontwikkeling van deze kinderen bestaat niet; de combinaties van stoornissen en beperkingen van de kinderen zijn daarvoor te divers.
Programma op maat
Stichting Milo heeft in Amsterdam samen met de ouders van vijf meisjes met het Rett Syndroom een programma op maat ontwikkeld, waarin de meisjes met hun oogbestuurde spraakcomputers klassikaal een traject van beginnende geletterdheid aangeboden kregen. De ouders en begeleiders namen ook deel aan het onderwijsprogramma. Er werd gestart met 1 uurtje samen per week in hun kinderdagcentrum. Dit groeide al gauw uit tot 2 dagen per week. De kinderen maakten na een jaar de overstap naar passend onderwijs.
Een soortgelijke aanpak vindt nu plaats in Zuid-Limburg. Daar krijgt een zestal kinderen met communicatief meervoudige beperkingen ondersteuning om stap-voor-stap en op eigen wijze te groeien in hun taalontwikkeling en toeleiding tot geletterdheid.
Door: Nationale Onderwijsgids