Maar eerst ving ik een monster van auteur Tjibbe Veldkamp en illustrator Kees de Boer is uitgeroepen tot Prentenboek van het Jaar 2022. Dat betekent dat tijdens het jaarlijkse Nationaal Voorleesontbijt bekende en onbekende Nederlanders voorlezen uit dit boek in de kinderopvang, op scholen, in bibliotheken en boekhandels.
Maar eerst ving ik een monster, van uitgeverij Lemniscaat, gaat ook over voorlezen. Het voorleesontbijt maakt deel uit van de Nationale Voorleesdagen, die volgend jaar van 26 januari tot en met 5 februari zijn. Speciaal voor dit evenement verschijnt er een mini-editie van het Prentenboek van het Jaar.
De keuze voor het prentenboek en de bijbehorende top 10 van andere aanraders, is samengesteld door een comité van bibliothecarissen, boekhandelaren en leerkrachten. Volgens de initiatiefnemers, Stichting CPNB en Stichting Lezen, willen veel ouders meer voorlezen dan ze doen, maar blijft dat er door tijdgebrek vaak bij. Ook hebben ze behoefte aan voorleestips.
Ode aan voorlezen
"Maar eerst ving ik een monster is een ode aan het voorlezen", zegt het comité. "Het laat prachtig zien hoe ouder en kind samen met een verhaal kunnen bezig zijn. Het uitstellen van het daadwerkelijke naar bed gaan is voor veel ouders en kinderen herkenbaar. De paginagrote illustraties zijn gedetailleerd met monsters in alle soorten en maten, waardoor je blijft kijken en ontdekken."
In de top 10 staan ook onder meer Vos gaat een stukje rijden, geschreven en geïllustreerd door Susanne Strasser, Het eiland van Olifant, geschreven en geïllustreerd door Leo Timmers en Duizend-en-één paarse djellaba’s, geschreven door Lisa Boersen en Hasna Elbaamrani en geïllustreerd door Annelies Vandenbosch.
Door: ANP