Koos Meinderts, een van de bekendste jeugdboekenschrijvers van Nederland, vindt de kinderliteratuur in Nederland te preuts worden. Hij heeft het gevoel dat veel schrijvers uit een soort angst zichzelf censureren. Dat vertelde Meinderts, die woensdag de Annie M.G. Schmidtlezing uitsprak, op NPO Radio 1.
"De jeugdliteratuur van nu is een beetje preuts", stelt hij. "Schrijf op wat je wilt zeggen! Als je in kunst al niet meer vrij kan zijn, ben je nergens." Meinderts werkt nu aan het boek Stapelbedbroers, waarin twee broers elke avond gesprekken met elkaar voeren. "Het gaat ook over meisjes, en dat gaat er soms hard aan toe."
Voorlezen op school
De auteur van onder meer De Club van Lelijke Kinderen schrok erg toen hij recent op een christelijke school terecht werd gewezen. "Als kinderen vragen hoe ik schrijver ben geworden, vertel ik altijd over mijn vader die fantastisch verhalen vertelde", legt de auteur uit. Hij maakte ook een liedje om zijn vader te eren. "Daarin zit het zinnetje: hij is goed bevriend met God / ze spelen elke zondag schaak / laatst nog heeft mijn vader God in een zet afgemaakt."
De docent greep in en vroeg de schrijver te stoppen met het voordragen van de tekst. Meinderts maakt zich ook zorgen over de ontlezing op scholen. "Elk kind mag de mogelijkheid krijgen om te zeggen: ik vind er niets aan. Maar dan moet je wel eerst weten wáár je niets aan vindt. Het is groot belang dat er in klassen veel wordt voorgelezen, elke dag een kwartier."
Koos Meinderts
Meinderts heeft ruim vijftig titels op zijn naam staan. Hij schrijft voor alle leeftijden, van prentenboeken tot romans voor volwassenen, van gedichten tot theater- en liedteksten. Meinderts’ werk werd vele malen bekroond, onder meer met de Gouden Griffel. Het lied Terug bij af dat hij met Harrie Jekkers schreef, kreeg in 1991 de Annie M.G. Schmidt-prijs en in 2012 ontving hij de Willem Wilminkprijs voor het lied Maite Maria.
Door: ANP