De wachttijden in de jeugdzorg baren hulpverleners en politici al jaren zorgen, recent door de toenemende problematiek in coronatijd. Reden voor Stichting Het Vergeten Kind om onderzoek te doen naar de concrete cijfers rondom de wachttijden, omdat die tot nu toe niet bekend waren. Kinderen in de jeugdzorg wachten gemiddeld ruim 10 maanden voordat ze hulp krijgen. Ze wachten op therapie, een diagnose, of een plek om te wonen. Het wachten valt jongeren zwaar, met 44 procent gaat het door het wachten slechter. 98 procent van de hulpverleners ziet de lange wachttijden als een groot probleem. Dit meldt Het Vergeten Kind.
NOG
'Kind in nood wacht gemiddeld 44 weken op hulp'
-Kinderen die opgroeien in een instabiele thuissituatie, of kampen met psychische problemen, hebben hulp nodig. Maar de wachttijden voor jeugdzorg zijn lang. Dat is gevaarlijk, want wachten op hulp heeft voor een kind grote gevolgen. Bestaande problemen verergeren, de spanning in het gezin loopt op, kinderen vallen uit van school en vereenzamen. Ze vrezen voor wat er met hen gebeurt als ze nog langer moeten wachten op therapie.
Dat wachttijden zo lang zijn, komt onder andere door een toename in het aantal jongeren met complexe problemen. Ook door budgetplafonds bij gemeenten en zorgaanbieders die veel tijd kwijt zijn aan administratieve taken.
Uit eigen onderzoek van Het Vergeten Kind onder 31 kinderen en 120 hulpverleners bleek onder meer dat 81 procent van de kinderen heeft moeten wachten op jeugdzorg en dat de lengte van de wachttijd en de reden ervan onduidelijk waren. Van de uit huis geplaatste kinderen heeft 56 procent op een minder passende plek moeten wonen, omdat de juiste plek te lang wachten was. De helft van de hulpverleners signaleert dat de wachttijden toenemen door (de maatregelen rondom) corona.
Kinderen moeten wachten op zorg waar ze niet op kunnen wachten. Er is dringend verandering nodig. Geld is niet de oplossing, wachttijden verdwijnen alleen als de oorzaken structureel aangepakt worden. Zo moet er volgens Het Vergeten Kind een beter overzicht gemaakt worden van vraag en aanbod. Daarnaast zouden gemeenten ruim voldoende woonplekken moeten inkopen en behouden, bezet of niet. Pas dan kunnen kinderen, op maat, de hulp krijgen die ze nodig hebben.
Door: Nationale Onderwijsgids