Een keer in de 4 jaar, bepaalt een gemeente of regio wie het leerlingenvervoer mag uitvoeren. Taxibedrijven die deelnemen aan de aanbesteding, mogen zelf bepalen hoe duur ze zijn. Gemeenten op prijs-kwaliteitsniveau moeten bepalen welk bedrijf mag gaan rijden. In theorie zou je dus met een elektrisch wagenpark, veel vaste chauffeurs en een goed imago in de regio, veel geld kunnen vragen en de aanbesteding alsnog winnen. Maar in de meeste gevallen wint in de praktijk het taxibedrijf dat het goedkoopst is.

Leerlingenvervoer uitgemolken

“In bijna alle gevallen is de prijs bepalend en de rest ondergeschikt”, zegt voorzitter Bertho Eckhardt van KNV. De laagste prijs wint dus vaak en kan 4 jaar lang het leerlingenvervoer doen. Het probleem is dat de concurrentie hierdoor almaar scherper wordt en de aanbiedingen steeds lager. En dat heeft weer gevolgen voor de kwaliteit van het leerlingenvervoer. Door je ritten zo goedkoop mogelijk aan te bieden, worden ze steeds voller en worden moeilijke rittencombinaties gemaakt.

Volgens directeur Joke Brouwer van familiebedrijf Brouwer Tours heeft de aanbestedingswet ervoor gezorgd dat het werk is uitgemolken. Het had tot meer, goede concurrentie moeten leiden, maar uiteindelijk zijn een paar grote bedrijven blijven staan en is de rest failliet of elders aan de slag gegaan.

Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky