Het beroep op jeugdzorg is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Toch lijkt het niet beter te gaan met kinderen en jongeren in Nederland. Hoe komt dat en wat is er nodig? In het essay ‘Andere kijk op groeiend jeugdzorggebruik. Voor een hoopvolle wereld om in op te groeien’ maakt het Nederlands Jeugdinstituut een analyse en pleit het voor een verbetering van de omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien. Dat meldt de NJi.
400.000 kinderen en jongeren, 1 op de 7, doen een beroep op jeugdzorg. Twintig jaar geleden was dit 1 op de 27. Het aantal dat niet goed in hun vel zit groeit en de problemen worden niet kleiner. Zo blijkt dat 32 procent van de jongeren milde angst- en depressieklachten had in 2020, ten opzichte van 24 procent in 2012. (Tilburg University). In 2022 gaf 40 procent van de jongeren tussen 18 en 24 jaar aan een psychische aandoening te hebben, het grootste percentage aantal van alle leeftijdsgroepen (NEMISIS). De coronapandemie heeft volgens de onderzoekers een geringe invloed op de stijging.
Prestatiedruk
Dat een deel van de kinderen en jongeren zegt niet te gedijen, duidt niet per definitie op een psychische aandoening, maar is een logische reactie op de wereld waarin zij opgroeien. De samenleving is individueler geworden: we moeten veel keuzes maken en zoeken minder steun bij elkaar. Slagen of falen is maakbaar: dat heb je aan jezelf te danken. Veel kinderen en jongeren ervaren prestatiedruk. En als het niet goed gaat, is dat een probleem dat we willen repareren, terwijl ook tegenslag onderdeel van het leven is. Veel kinderen en jongeren maken zich bovendien zorgen over hun toekomst, bijvoorbeeld over klimaatverandering, armoede en het vinden van een woning. Groeiend gebruik van jeugdzorg is begrijpelijk, maar het is een noodgreep. Goede jeugdzorg is van groot belang, maar kan niet alles oplossen.
Toekomstperspectief
Kinderen en jongeren hebben een hoopvol toekomstperspectief nodig, dat is de motor van hun ontwikkeling. Naar de toekomst kijken vanuit hun perspectief betekent het volgende: maak andere dingen belangrijk. De druk moet eraf, kinderen en jongeren hebben ruimte en tijd nodig. Daar hoort ook bij: een betere wereld om in op te groeien en er voor elkaar zijn als samenleving. Ten tweede: er zijn besluiten nodig die toekomstperspectief geven, denk aan duurzaamheid, wonen en bestaanszekerheid. Beleidsmakers, bestuurders van bedrijven, ouders: allemaal hebben zij daaraan bij te dragen. Ten derde: luister naar kinderen en jongeren. Zij vragen erom gehoord en gezien te worden. Voor de korte termijn door te luisteren naar wat zij nu nodig hebben: is dat meer jeugdzorg of meer betrokkenheid? Voor de lange termijn door hun perspectief en ideeën een plek te geven in een visie op de toekomst. Ook als dat betekent dat we moeten loskomen van gevestigde belangen en gewoontes.
Door: Nationale Onderwijsgids