Terwijl in de Stadsschouwburg een volle zaal op het begin van de operavoorstelling wacht, beklimt professor Van Winter vanuit het publiek het podium voor een mededeling: ‘Groningen heeft een Nobelprijswinnaar’. Een staande ovatie volgt. Zo verliep op 4 november 1953 de eerste publieke bekendmaking dat de Nobelprijs voor natuurkunde aan Frits Zernike was toegekend. Zestig jaar na dato staat de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen even stil bij een van de oudste mijlpalen in haar toponderzoek met een lezing en Zernike’s traktatie van destijds.
Frits Zernike (1888-1966) kreeg de Nobelprijs Natuurkunde voor zijn uitvinding van de fasecontrastmicroscoop. Dit instrument maakt het mogelijk om cellen en bacteriën te bekijken terwijl ze nog in leven zijn. Voor het eerst kon het proces van celdeling onder de microscoop worden bestudeerd. De uitvinding van Zernike betekende daarom een doorbraak voor de medische en biologische wetenschappen. Zernike bleef altijd bescheiden, ook na zijn Nobel laureaat. Zoals hij zelf zei: ‘Niet ik, maar mijn vinding heeft de Nobelprijs gewonnen’.
Memorabele traktatie
Op 4 november worden de huidige medewerkers, studenten en bezoekers van de Zernikecampus op frivole wijze herinnerd aan de Groningse Nobelprijswinnaar. De faculteit doet dit zoals Frits Zernike dat zelf destijds deed: hij trakteerde de medewerkers en studenten op het natuurkundige laboratorium op chocolade om zijn Nobelprijs te vieren. Naast deze zoete verrassing is er een lezing over het leven en werk van Frits Zernike. Deze lezing, die iedereen de kans geeft om met Zernike en zijn uitvinding (opnieuw) kennis te maken, wordt om 11.00, 12.00 en 13.00 uur gegeven in de collegezaal van Nijenborgh 4.
© Nationale Onderwijsgids