Normal_computer_studie

Jongeren die hun ziel en zaligheid op internet plaatsen, doen dat niet omdat privacy voor hun generatie een gepasseerd station is. Hun schijnbaar roekeloze omgang met privégegevens op internet past bij hun ontwikkelingsfase, en is vermoedelijk van voorbijgaande aard. Het zou kunnen betekenen dat de Facebook-generatie niet bestaat. Dat blijkt uit het promotieonderzoek waarop Wouter Steijn gisteren promoveerde aan Tilburg University.

De promovendus legde 1720 Nederlandse internetgebruikers van 12 tot 87 jaar vragenlijsten voor over hun gedrag op social media. Uit hun antwoorden blijkt, dat dit gedrag vooral wordt ingegeven door de behoeften die horen bij hun ontwikkelingsfase. "Adolescenten zijn vooral bezig met vrienden maken en het vormgeven van hun identiteit", legt Steijn uit. "Ouderen hebben die behoefte minder; zij zijn meer bezig met de controle die zij hebben over hun data."

Het verschil in omgang met social media tussen jongeren en ouderen wordt vaak verklaard als generatieverschil: jongeren die opgroeien met internet en social media, de 'Facebook-generatie’, houden er nu eenmaal andere waarden op na. Steijn vindt die suggestie niet alleen misleidend, maar ook riskant."Door dat idee kunnen wetgevers en aanbieders van social media gaan denken dat privacy ook niet langer beschermd hoeft te worden. Zodat er op een gegeven moment geen keuze voor privacy meer mogelijk is."

Voor verdere onderbouwing van zijn idee is langduriger onderzoek nodig. Social media zijn nu eenmaal een recent verschijnsel en de manier waarop mensen ermee omgaan, is nog in ontwikkeling. "Het belangrijkste punt van mijn onderzoek is dat de Facebook-generatie misschien wel helemaal niet bestaat", zegt Steijn. "Het zijn gewoon jongeren die toegang hebben tot Facebook en daar datgene doen, wat de voorgaande generatie op het schoolplein deed."

© Nationale Onderwijsgids