Op maandag 28 september verscheen een rapport van de Nationale ombudsman over de procedure rondom het onderzoek naar de wetenschappelijke integriteit van een wetenschapper. Daarin concludeert de ombudsman dat de Universiteit Utrecht op bepaalde punten de wetenschapper onvoldoende op de hoogte heeft gebracht of betrokken bij het proces. De universiteit benadrukt dat de inhoudelijke uitkomst van het onderzoek door de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) niet ter discussie staat en dat de eindconclusie van schending van de wetenschappelijke integriteit door de betrokken wetenschapper van kracht blijft. Dat meldt Universiteit Utrecht.
Volgens de universiteit is deze conclusie van de CWI en het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) internationaal onderschreven. Ook de Nationale ombudsman doet geen uitspraken over het inhoudelijke oordeel, hij becommentarieert slechts op punten de procedure, aldus de universiteit.
Onderzoeken naar wetenschappelijke integriteit worden door de Universiteit Utrecht met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. De universiteit zegt zich zeer bewust te zijn van de verschillende belangen die er in zulke delicate processen spelen en de mogelijke schade die dit op kan leveren voor betrokken wetenschappers. De universiteit zegt ook gehandeld te hebben volgens de landelijk geldende klachtenprocedure. In VSNU-verband zal de universiteit de kritiekpunten van de ombudsman bespreken.
© Nationale Onderwijsgids