Sinds dit jaar is de landelijke centrale loting afgeschaft en kiezen hogescholen en universiteiten zelf welke studenten ze toelaten tot opleidingen met een beperkt aantal plaatsen. Omdat minister Ingrid van Engelshoven vindt dat het nog onduidelijk is of de nieuwe selectievorm het gewenste effect heeft, laat zij hier onderzoek naar doen. Dit meldt Trouw.
De minister is bang voor enkele mogelijke gevolgen van het nieuwe selectiesysteem. Zo vindt ze het onwenselijk dat studenten van lageropgeleide ouders minder vaak deelnemen aan een selectiestudie. Daarnaast vraagt ze zich af of er een tweedeling kan ontstaan tussen aanstaande studenten die wel en niet een particuliere stoomcursus voor de selectieprocedures kunnen of willen betalen.
De nieuwe selectievorm houdt in dat hogescholen en universiteiten zelf hun studenten kunnen uitkiezen voor de opleidingen met een beperkt aantal plaatsen. Hierbij is niet alleen de cijferlijst van de aanstaande studenten belangrijk, ook moeten zij hun motivatie toelichten in bijvoorbeeld een gesprek. Deze nieuwe vorm heeft de plaats ingenomen van de landelijke centrale loting, omdat laatstgenoemde oneerlijk zou zijn. Het systeem zou teveel gericht zijn op prestaties op de middelbare school, aangezien leerlingen met een gemiddelde van acht of hoger automatisch werden toegelaten. Hierdoor vielen laatbloeiers of zeer geschikte jongeren zonder uitstekende cijferlijst buiten de boot.
Er werd de laatste jaren al geëxperimenteerd met het nieuwe systeem, door enkele opleidingen binnen geneeskunde. De studieresultaten waren niet zo positief als verwacht werd. Mede hierdoor heeft de minister besloten om verder onderzoek te doen naar het nieuwe selectiesysteem. Desondanks is de minister over het algemeen wel tevreden over de eerste resultaten. “Studenten zijn beter voorbereid, gemotiveerder en kiezen bewuster.”
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids