Vier studententeams gingen op zondag 22 juli de uitdaging aan om zo snel mogelijk door een 1.2 kilometer lange Hyperloop testbuis te racen bij SpaceX in Hawthorne, California. Het Delftse team zette een snelheid neer van 142 km/h en behaalde daarmee een tweede plaats achter team WARR Hyperloop van de Technische Universiteit München. Dit meldt TU Delft.
NOG
Delftse studenten zijn tweede in Hyperloop Pod Competitie
-Een snelheid van 142 km/h is lager dan het team verwachtte. "Om een kans te maken op de gouden plak hebben we een aantal risicovolle besluiten genomen. Die risico’s zijn voor ons net de verkeerde kant uitgevallen. Toch zijn we heel erg blij met deze prestatie want nog geen 24 uur geleden hadden we zoveel problemen met de software en een doorgebrande boordcomputer dat we dachten dat we uit de race lagen," aldus Edouard Schneiders – Teamleider.
Een jaar geleden schreven 400 teams zich in voor de Hyperloop Pod Competitie van dit jaar. Daarvan zijn na verschillende selectierondes 20 teams uitgenodigd om deel te nemen aan de Hyperloop Competitie. In de afgelopen week moesten de teams de nodige veiligheids- en vacuümtesten doorstaan. Uiteindelijk bleven er vier teams over die in de hyperloopbuis bij het SpaceX terrein op volle snelheid mogen testen. Naast Delft Hyperloop plaatsten ‘WARR Hyperloop’ uit München, Washington Hyperloop uit Washington en team ‘EPFLoop’ uit Zürich zich voor de finale. Naast een plekje in de finale is het Delftse team ook gevraagd hun toekomstvisie te presenteren.
Naast het winnen van de wedstrijd heeft Delft Hyperloop team een ander doel voor ogen: de technische en commerciële haalbaarheid van de Hyperloop aantonen. “We willen verder kijken dan alleen het bouwen van een snel voertuig” meldt Maaike Hakker, teamlid, “een deel van ons team heeft dit jaar onderzoek gedaan naar de toekomstvisie van de hyperloop. We hebben onderzocht hoe een station er uit zal zien, waar de hyperloop buis zal lopen en hoe duur een hyperloop ticket zal zijn. Wij denken dat dit een grote impact gaat maken, los van de uitslag van de competitie.”
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids