Jaarlijks nemen ongeveer 39 duizend studenten in Nederland een universitair masterdiploma in ontvangst. “Welke studierichting een afgestudeerde heeft afgerond, is zeer bepalend voor het arbeidsmarktsucces”, zegt Michel van Smoorenburg, arbeidsmarktadviseur bij UWV. “Studierichtingen met een relatief goede startpositie blijven het goed doen op de arbeidsmarkt. Starters beginnen met een goed salaris in een vaste aanstelling en krijgen binnen tien jaar een nog betere positie. Omgekeerd geldt dat bij opleiding met een zeer matige startpositie er meestal geen sprake is van een inhaalslag.”

 

De meest kansrijke masteropleidingen blijken accounting, econometrie, tandheelkunde, universitaire lerarenopleiding exact en fiscaal recht. Archeologie heeft een minder kansrijke startpositie, gevolgd door letterkunde en kunst- en cultuurstudies zoals kunstgeschiedenis of theaterwetenschappen. Ook cultuurstudies die gericht zijn op de bestudering van de cultuur in een land, en culturele antropologie scoren minder goed.

 

Na een matige startpositie is er meestal geen inhaalslag op de arbeidsmarkt. Bij archeologie blijft de arbeidsmarktpositie zeer matig. Bij, filosofie, internationale betrekkingen en kunst- en cultuurstudies verslechtert de arbeidsmarktpositie zelfs in de tien jaar na afstuderen, in vergelijking met andere universitaire masteropleidingen.

 

Er zijn uitzonderingen. Alumni van internationaal en Europees recht starten met een matige positie op de arbeidsmarkt. Binnen tien jaar verbetert de baanzekerheid en het inkomen sterk. Ook voor afgestudeerden van politicologie neemt het succes binnen tien jaar toe.