Het bezoeken van scholen en instellingen voor reguliere inspectiebezoeken is onderbroken, maar sommige toezichtactiviteiten lopen door via contact op afstand. Voor een goed beeld van de actuele staat van het onderwijs verzamelt de Onderwijsinspectie ook informatie over de manier waarop het onderwijs zich aanpast aan de omstandigheden vanwege de uitbraak van het coronavirus. Hoewel er op dit moment nog een beperkt beeld is, alleen vanuit gesprekken met besturen, schoolleiders of hun vertegenwoordigers, deelt de Inspectie de beschikbare informatie. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.
Wat valt tot nu toe op?
- Afstandsonderwijs heeft beperkingen. Het bereik van afstandsonderwijs is weliswaar hoog, maar ook daarbinnen is er verlies aan leertijd.
- Waar het afstandsonderwijs niet goed lukt, is er vaak een relatie met sociale ongelijkheid. Er is een substantiële groep leerlingen en studenten waarvoor afstandsonderwijs door de thuissituatie moeizaam of in het geheel niet tot stand komt. De vrees is dat de achterstand van deze leerlingen, die vaak al relatief groot was, verder toeneemt.
- Duidelijke verwachtingen zijn nodig ten aanzien van de taken van diagnose en hulp bij inlopen van achterstanden. Door de selectie van onderwijsstof, minder onderwijstijd en minder stimulansen vanuit toetsing en examinering wordt er minder geleerd. Deze problemen kunnen in het vervolgonderwijs belanden.
- Prioriteiten stellen is noodzakelijk vanwege de hoge druk op leraren. En ook op docenten en studenten in het hoger onderwijs. In sommige scholen en instellingen kunnen zij het gevoel krijgen dat de problematiek op hen wordt afgewenteld. In een volgende fase van de epidemie zou die druk nog groter kunnen worden.
- Zoek verder naar vormen van motiverend afstandsonderwijs. Bij leerlingen die niet volledig deelnemen aan het thuisonderwijs, is volgens de scholen in het vo ook sprake van een gebrek aan motivatie als belangrijke belemmerende factor.