Van een braindrain uit Nederland van wetenschappers op het terrein van kunstmatige intelligentie (AI) lijkt geen sprake. Het aantal onderzoekers aan Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen dat de afgelopen twintig jaar naar het buitenland vertrok, is in evenwicht met het aantal dat Nederland binnenkwam. Dat blijkt uit een overzicht van het Rathenau Instituut dat de mobiliteit van AI-wetenschappers in Nederland vergelijkt met die in de tien landen die het meest over kunstmatige intelligentie publiceren. Dit meldt Rathenau Instituut.
NOG
Aantal AI-wetenschappers in Nederland bleef afgelopen 20 jaar in evenwicht
-AI-wetenschappers in Nederland zijn wel mobieler dan die in andere landen. Zo’n drie kwart van de AI-wetenschappers die de afgelopen twintig jaar in Nederland actief waren, had internationale ervaring. Bijna de helft van alle AI-wetenschappers in Nederland kwam vanuit het buitenland. Het merendeel bleef minder dan twee jaar hier. De groep die langer bleef (13 procent), is ongeveer even groot als de groep Nederlanders die voor langer dan twee jaar naar het buitenland vertrok (14 procent).
In kwaliteit en productie ontlopen de binnenkomende en vertrekkende AI-wetenschappers elkaar niet veel. Vertrekkende wetenschappers publiceren iets meer en worden iets vaker geciteerd, maar dat verschil geldt voor bijna alle landen (behalve de VS en het Verenigd Koninkrijk). Uit het overzicht blijkt ook dat Nederlandse AI-wetenschappers een hoog niveau hebben. Hun publicaties worden ruim twee keer zo vaak geciteerd dan de gemiddelde publicatie op hun vakgebied. Alleen onderzoekers uit de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk scoren hoger.
“Als het gaat om AI-wetenschappers is Nederland geen braindrain-land maar een brainexchange-land”, zegt directeur Melanie Peters van het Rathenau Instituut. “Dat veel mensen lange tijd dachten dat Nederland vooral een land was waaruit de goede AI-wetenschappers vertrokken, kwam doordat niemand een overzicht van de cijfers had. Deze factsheet laat zien dat vertrek en binnenkomst elkaar redelijk in evenwicht houden. Het mobiliteitspatroon van AI-wetenschappers wijkt eigenlijk niet zo veel af van andere onderzoekers in Nederland.”
Wat betreft het aantal wetenschappelijke studies naar AI dat in de afgelopen tien jaar verscheen, staat Nederland op de twintigste plek. Onderzoekers aan Nederlandse universiteiten waren betrokken bij 1,2 procent van het onderzoek dat wereldwijd is verschenen. Chinese wetenschappers voeren de ranglijst aan (25,6 procent), gevolgd door die uit de Verenigde Staten (16,5 procent) en India (8,3 procent). Het aantal publicaties waarbij Nederlandse onderzoekers zijn betrokken, stijgt sterk. Over de afgelopen vijf jaar is er een groei van maar liefst 115 procent. Een groot deel van het onderzoek van Nederlandse AI-wetenschappers (60 procent) is het resultaat van internationale samenwerking. Dat percentage is hoger dan in andere landen.
Door: Nationale Onderwijsgids