Het opvoeden van een kind gaat gepaard met twijfels. Ouders vragen zich af of hun kind wel kan meekomen op school, of hun kind gelukkig is, of eenzaam. Ook twijfelen ouders of ze het zelf wel goed doen in hun opvoeding. Kinderen worden vaak met elkaar vergeleken, bijvoorbeeld met groeicurves en lesprogramma’s. Ze worden allemaal langs dezelfde meetlat gelegd. Geen enkel kind ontwikkelt zich op dezelfde manier, maar toch wordt ieder kind vergeleken met een ‘gemiddeld’ kind. De Groningse onderzoekers gaan juist op zoek naar de verschillen.

 

“Psychische gezondheid is meer dan alleen de afwezigheid van klachten. Het ene kind maakt zich bijvoorbeeld snel zorgen en ziet vaak beren op de weg, terwijl een ander kind een geboren optimist is. Maar dat eerste kind is door zijn pessimisme ook beter voorbereid als er wél iets misgaat. Zo heeft ieder kind unieke krachten en kwetsbaarheden”, zegt onderzoeker Anne Margit Reitsema.

 

Hoe vinden kinderen en jongeren evenwicht in hun eigen krachten en kwetsbaarheden? En wat maakt hen gelukkig, ondanks dat er soms problemen zijn? “Deze vragen willen wij met ons onderzoek beantwoorden, maar dit zijn ook de vragen die ouders en kinderen zichzelf stellen. Om deze reden krijgen deelnemers aan het onderzoek inzicht in hun persoonlijke resultaten. Zo kun je als ouder bijvoorbeeld jouw manier van opvoeden vergelijken met die van andere ouders”, aldus Reitsema.

 

Het onderzoek is volledig anoniem online in te vullen via www.iederkindisanders.nl. Ouders, kinderen en jongeren kunnen meedoen: ouders van kinderen tussen de 4 en 18 jaar en jongeren van 8 jaar en ouder.