De afgelopen jaren is de arbeidsparticipatie van mensen met een migratieachtergrond sterker gestegen en de bijstandsafhankelijkheid sterker gedaald, dan die van mensen met een Nederlandse achtergrond. Kinderen met een migratieachtergrond krijgen vaker een hoger schooladvies en zitten vaker op de havo of het vwo dan tien jaar geleden. Deze ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt zijn een belangrijke maat voor de integratie. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het vandaag verschenen Jaarrapport Integratie 2020.
De arbeidsparticipatie van de groep met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse migratieachtergrond steeg in de periode van 2015 tot en met 2019 relatief sterk. Tijdens de vorige economische crisis werden deze groepen harder geraakt op de arbeidsmarkt, maar de afgelopen jaren groeide hun arbeidsparticipatie sterker dan die van mensen met een Nederlandse achtergrond.
Vaker op havo of vwo
Steeds meer kinderen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond krijgen een havo/vwo-schooladvies. Voor deze groepen steeg het aandeel kinderen met havo/vwo-schooladvies sterker dan onder de groep met een Nederlandse achtergrond, net als het aandeel kinderen dat in de derde klas op de havo of het vwo zit. Uit verdiepende analyses in het Jaarrapport Integratie 2020 over afgestudeerden blijkt dat een betere onderwijspositie zich vertaalt in een betere arbeidspositie van mensen met een migratieachtergrond, maar dat er nog wel verschil blijft bestaan met mensen met een Nederlandse achtergrond. De arbeidsdeelname na het behalen van een diploma ligt gemiddeld lager dan onder afgestudeerden met een Nederlandse achtergrond. Dat verschil wordt echter kleiner naarmate het diplomaniveau hoger is.
Door: Nationale Onderwijsgids