In het schooljaar 2019/2020 hebben de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs 1351 meldingen ontvangen over het onderwijs. Doordat de scholen in het voorjaar van 2020 langere tijd gesloten waren, is een kwantitatieve vergelijking met eerdere jaren niet goed mogelijk. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.
595 meldingen gingen over psychisch geweld, 362 over fysiek geweld, 180 over seksuele intimidatie en 92 meldingen over seksueel misbruik. Het aantal meldingen over discriminatie en radicalisering is relatief klein, respectievelijk 51 en 5 meldingen. Ook zijn er 66 meldingen binnen gekomen die geen directe relatie met de aandachtgebieden van de vertrouwensinspectie hebben.
Meldingen seksueel misbruik en seksuele intimidatie
De inspectie vindt het zorgelijk dat een steeds groter deel van de meldingen seksuele intimidatie en seksueel misbruik gaan over met taken belaste personen (leraren, ondersteunend personeel et cetera) richting minderjarige leerlingen en studenten.
In circa 69 procent van het aantal meldingen seksueel misbruik (63 van de 92 meldingen) is de betrokkene een met taken belast persoon. In 2018/2019 betrof dit de helft van het aantal meldingen en in 2017/2018 was dit circa 48 procent.
In de categorie seksuele intimidatie zien we een soortgelijk beeld: in circa 64 procent van het aantal meldingen (113 van de 180 meldingen) is de beklaagde een met taken belast persoon, zoals een leerkracht of een lid van het niet-onderwijzend personeel. In schooljaar 2018/2019 was dit 54 procent en in 2017/2018 was dit circa 49 procent.
Taken van de vertrouwensinspecteur
Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen, maar ook vertrouwenspersonen kunnen de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs raadplegen wanneer zich in of rond de school (ernstige) problemen voordoen op het gebied van:
- seksueel misbruik (zedenmisdrijven)
- seksuele intimidatie
- psychisch en fysiek geweld (waaronder pesten)
- discriminatie en radicalisering
De vertrouwensinspecteur luistert en informeert. Zo nodig adviseert de vertrouwensinspecteur ook, bijvoorbeeld over een traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte.
Als een bestuur een vermoeden heeft van een seksueel misbruik door een met taken belaste persoon jegens een minderjarige leerling of student, moet het contact opnemen met de vertrouwensinspecteur. Als er uit het overleg blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden, draagt de vertrouwensinspecteur het bestuur op aangifte te doen. De inspectie zal deze regels de komende tijd extra onder de aandacht brengen.
Door: Nationale Onderwijsgids