Dat de Nobelprijs voor de Geneeskunde dit jaar naar de ontwikkelaars van mRNA-vaccins gaat, is mooi om te zien. Dat vindt Cécile van Els, immunoloog bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en hoogleraar vaccinologie aan de Universiteit Utrecht. "Deze prijs markeert dat doorzettingsvermogen en visie in fundamenteel biomedisch onderzoek grote invloed kan hebben op de wereld van volksgezondheid", verklaart Van Els.
De Hongaarse Katalin Karikó en de Amerikaan Drew Weissman krijgen dit jaar de Nobelprijs voor de Geneeskunde, maakte het Nobelcomité maandag bekend. Ze ontdekten dat de genetische code (messenger-RNA of mRNA) van virussen met wat kleine aanpassingen kan worden gebruikt om het afweersysteem te leren een infectie te herkennen en te bestrijden. Vooral Karikó moest veel weerstand overwinnen voordat ze de erkenning kreeg. Haar onderzoeksvoorstellen werden vaak afgewezen, ze kreeg nauwelijks geld voor onderzoek en haar universiteit zette haar voor straf terug in positie. Het artikel waarvoor Karikó en Weissman nu de Nobelprijs hebben gekregen, werd aanvankelijk afgewezen door zowel Nature als Science, de twee belangrijkste wetenschappelijke tijdschriften ter wereld.
Baanbrekend onderzoek
Van Els prijst het "fundamentele baanbrekende onderzoek" van Karikó en Weissman. Dankzij hun ontdekkingen werden vaccins tegen het zikavirus en MERS ontwikkeld, en in 2020 kwam een vaccin tegen het coronavirus beschikbaar, ongeveer een jaar na de uitbraak daarvan. Met dank aan Karikó en Weissman "konden in 2020 de zeer effectieve mRNA-vaccins tegen covid-19 zo snel worden ontwikkeld", aldus Van Els.
Door: ANP