DEN HAAG (Novum) - Sinds de jaren zeventig is het aantal tieners dat jaarlijks sterft met 75 procent afgenomen. Dat is vooral te danken aan minder dodelijke verkeersongevallen. Hierdoor overleden in 2011 meer tieners aan kanker dan aan een verkeersongeval, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag.
In de periode van 2002 tot en met 2011 overleden per jaar gemiddeld 373 jongeren van 10 tot 20 jaar, een kleine negentien op de honderdduizend tieners. Bij bijna de helft van de sterfgevallen, 170 per jaar, gaat het om jongens van 15 tot 20 jaar. Onder meisjes van 10 tot 15 jaar was de tienersterfte met gemiddeld vijftig per jaar het laagst.
Bijna de helft van alle sterfgevallen onder tieners de afgelopen tien jaar had een niet-natuurlijke doodsoorzaak. Ruim twintig procent van de overleden 10- tot 15-jarigen en bijna veertien procent van de gestorven 15- tot 20-jarigen bezweek afgelopen tien jaar aan een vorm van kanker. Kanker van het lymfatisch systeem en bloedvormend weefsel, zoals leukemie, kwam hierbij het meest voor.
Een verkeersongeval is nog wel de meest voorkomende doodsoorzaak onder tieners die een niet-natuurlijke dood zijn gestorven. Begin jaren zeventig overleden echter jaarlijks nog 25 op de honderdduizend tieners in het verkeer. In de laatste vijf jaar is dit afgenomen tot jaarlijks drie op de honderdduizend tieners. In 2011 overleden 3,3 op de honderdduizend tieners aan kanker, tegenover 2,8 op de honderdduizend aan een verkeersongeval.