Er wordt de komende jaren extra geld beschikbaar gesteld aan middelbare scholen om zomerscholen tegen zittenblijven in te richten. In het Sectorakkoord VO is afgesproken dat er jaarlijks een bedrag van 9 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor het organiseren van zomerscholen. Dit meldt CNV Onderwijs.
CNV Onderwijs en de VO Raad hebben in de zomer van 2013 en 2014 een kleinschalige pilot geïnitieerd om leerlingen die door een achterstand op een of twee vakken dreigen te blijven zitten, extra bij te spijkeren, zodat zij niet een heel jaar over hoeven te doen. Leerlingen werden gedurende twee vakantieweken door externe docenten en mentoren intensief begeleid in hun opdrachten. Aan het eind van deze twee weken moesten ze via een toets laten zien dat ze de stof beheersten. In 2013 ging 85 procent van de deelnemende leerlingen alsnog naar het volgende leerjaar. In 2014 was dit 90 procent. De pilots werden op 13 individuele en 2 regionale zomerscholen gehouden.
Naar aanleiding van deze resultaten is in het Sectorakkoord VO afgesproken dat er jaarlijks een bedrag van 9 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor het inrichten van zomerscholen. De zomerscholen moeten bijdragen aan een substantiële vermindering van zittenblijven in het voortgezet onderwijs, wat door veel leerlingen wordt ervaren als demotiverend. Het percentage zittenblijvers moet van 5,8 procent nu naar 3,8 procent in 2020 teruggedrongen worden. In 2015 en 2016 worden de middelen in de vorm van een subsidie beschikbaar gesteld aan de middelbare scholen. Op dit moment wordt de subsidiemaatregel nog ontwikkeld. In het najaar volgt nadere informatie, aldus CNV Onderwijs.
© Nationale Onderwijsgids
