Nederlandse en Vlaamse lezers grijpen het liefst naar boeken uit hun eigen deel van het taalgebied. Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse Taalunie naar de aanwezigheid van diverse soorten literaire boeken in de boekhandel en de bibliotheek, op school en de leesclub. Naar deelcategorie zijn het de literaire non-fictie en het kinder- en jeugdboek waarvoor het grensverkeer het meest onevenwichtig is. Dit meldt de Taalunie.
Bedrijfseconoom en boekenexpert Carlo van Baelen concludeert in zijn rapport 'Bregrensd literair grensverkeer' dat er geen gemeenschappelijk markt is voor taalgebonden media en literaire boeken, ondanks de taaleenheid tussen Nederland en Vlaanderen. Van Baelen brengt de verspreiding van 75 Nederlandse en 75 Vlaamse boeken in kaart in zes gebruikscontexten: de boekhandel, de bibliotheek, de leesclub, de school, de auteurslezing en het literaire evenement. Daarnaast onderzoekt hij de aanwezigheid van de 150 titels in zeven informatieve contexten: o.a. in gedrukte en digitale media en in schoolboeken, leesbevorderingsacties en literaire prijzen.
Het aantal verschijningen in de media in de twee landen is vrij evenwichtig, maar het gebruik van de boeken over de landsgrens is dat niet. Zowel in de boekhandel als in de openbare bibliotheek kiest de lezer/koper in meerderheid voor de eigen auteurs. Dat is ook zo in de andere contexten. Naar deelcategorie zijn het de literaire non-fictie en het kinder- en jeugdboek waarvoor het grensverkeer het meest onevenwichtig is. Fictie is iets minder landgebonden, met uitzondering van de bestsellers. Literaire prijswinnaars krijgen respons over de grens, weliswaar met vertraging en in mindere mate dan in het thuisland van de auteur.
© Nationale Onderwijsgids