Volgens AOb-voorzitter Walter Dresscher moeten er afspraken gemaakt worden met lerarenteams over de grootte van de klas, om zo de werkdruk te verlagen. Dit schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer heeft een debat op het programma staan over de groepsgrootte in het primair en voortgezet onderwijs. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb).
De AOb is niet voor een wettelijk opgelegd maximum aantal leerlingen in een klas, maar voor afspraken met lerarenteams waarbij wordt uitgegaan van een gemiddelde groepsgrootte van 23 leerlingen. “Dit zorgt ervoor dat scholen flexibeler zijn. Hebben ze een ervaren leerkracht, dan kan die makkelijker een klas draaien met 28 leerlingen. Meer zorgleerlingen, dan kan de klas ook kleiner zijn”, zegt Dresscher.
Vooral bij passend onderwijs zou de groepsgrootte belangrijk zijn. Deze leerlingen vragen wat meer tijd en moeten dat ook krijgen vindt Dresscher. Hiervoor zijn wel meer handen in de klas nodig en zouden kleinere klassen beter zijn.
© Nationale Onderwijsgids