Jongeren kiezen hun vrienden uit op basis van hun achtergrond, zoals etniciteit of gedrag. Zo blijkt dat kinderen met een andere etnische achtergrond minder vaak bevriend zijn en minder met elkaar omgaan, concludeert pedagoog Janna Fortuin. Zij onderzocht voor haar proefschrift op basis van welke kenmerken of activiteiten leerlingen vrienden met elkaar worden. Dat meldt Universiteit Leiden.
Fortuin onderzocht bij ruim 800 leerlingen uit groep 8 van de basisschool en klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs hoe jongeren vrienden uitkiezen om mee om te gaan en hoe ze elkaar in die omgang beïnvloeden. De promovenda concludeert dat leerlingen in groep 8 het liefst zowel vrienden worden als omgaan met leeftijdsgenoten met een vergelijkbare etnische achtergrond.
“Ook bevestigt mijn onderzoek dat de zorg bij sommige ouders voor foute vrienden wel enige grond heeft. Leerlingen met vergelijkbaar probleemgedrag – zoals liegen, ruzie maken met een leraar en pesten – zoeken elkaar juist op en beïnvloeden elkaar hiermee. Terwijl kinderen die veel piekeren of verlegen zijn, niet per se vaker met elkaar omgaan. Vergelijkbare leerprestaties leiden bovendien niet tot selectie als vriend”, zegt Fortuin.
De wetenschap ging er tot op heden van uit dat jongeren enorm beïnvloed worden door leeftijdsgenoten. Volgens Fortuin is het de vraag of dit altijd terecht is. “De tools die we tegenwoordig tot onze beschikking hebben, geven namelijk een veel genuanceerder beeld van de ingewikkelde dynamiek tussen selectie en socialisatie bij adolescenten. Het is tijd ons hierop te gaan focussen”, aldus de pedagoog.
© Nationale Onderwijsgids