Steeds meer niet-onderwijsvolgende jongeren zonder startkwalificatie hebben geen baan. Had in 2008 ruim 70 procent van deze jongeren een baan, inmiddels is dat gedaald naar minder dan 60 procent. Ook jongeren mét een startkwalificatie hebben minder vaak een baan dan voor de economische crisis. Sinds 2014 werken deze jongeren wel weer iets vaker en had bijna 90 procent een baan in het tweede kwartaal van 2016. Dat meldt CBS.
In schooljaar 2014/2015 volgden bijna 389 duizend jongeren tot 23 jaar een mbo-opleiding. Een jaar later, in schooljaar 2015/2016, zaten ruim 21 duizend leerlingen niet meer op school en hadden geen startkwalificatie. Iemand heeft een startkwalificatie als hij ten minste een diploma op mbo-niveau 2 of een havo- of vwo-diploma heeft. Jongens met een niet-westerse achtergrond stoppen het vaakst met hun opleiding zonder dat ze een startkwalificatie hebben. Vanuit het voortgezet onderwijs verlieten in 2014/2015 ruim 5 duizend leerlingen voortijdig het onderwijs (0,5 procent).
Jonge mannen zonder startkwalificatie hadden in 2015 vaker werk (63 procent) dan jonge vrouwen in dezelfde situatie (56 procent). Jongeren mét een startkwalificatie hadden veel vaker een baan. Bij deze groep is het verschil tussen mannen en vrouwen wat kleiner (respectievelijk 88 en 85 procent).
Jonge vrouwen zonder startkwalificatie hebben minder vaak recent gezocht naar werk of zijn niet direct beschikbaar voor werk. Drie kwart van de jonge vrouwen zonder startkwalificatie én zonder werk had de afgelopen vier weken niet naar werk gezocht of was daarvoor niet direct beschikbaar. Bij jonge mannen was dit lager (63 procent). Voor een op de tien van deze vrouwen was het uitoefenen van zorgtaken de belangrijkste reden waarom zij niet gezocht hadden naar een baan, mannen noemden deze reden niet. Van de jonge vrouwen en mannen met startkwalificatie en zonder baan was respectievelijk 57 en 53 procent niet op zoek naar werk of niet beschikbaar voor werk.
Het persoonlijk primair inkomen van werkende jongeren zonder startkwalificatie was in 2014 relatief laag: 36 procent van de vrouwen verdiende 10 duizend euro of minder per jaar, bij de mannen was dit 23 procent. Het doorsnee inkomen voor jonge vrouwen zonder startkwalificatie bedroeg 13 duizend euro, tegen 24 duizend euro met startkwalificatie. Jonge mannen met een startkwalificatie verdienden in doorsnee 30 duizend euro terwijl mannen zonder startkwalificatie 22 duizend euro verdienden.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids