Zomerscholen zorgen ervoor dat het overgrote deel van de deelnemende leerlingen (87 procent) overgaat naar het volgende schooljaar. Er is een direct verband aangetoond tussen de deelname van leerlingen en het niet blijven zitten. Dit blijkt uit onderzoek van TIER UM (instituut voor onderwijsonderzoek van Universiteit Maastricht). Dit meldt VO-raad.
NOG
'Zomerscholen doen kans op zittenblijven fors afnemen'
-Daarnaast laat het onderzoek zien dat 76 procent van de deelnemende leerlingen aan een lenteschool alsnog bevorderd is naar het volgende schooljaar. Deze worden sinds een jaar landelijk georganiseerd. Toch kunnen hieruit geen harde conclusies worden getrokken: er waren in het onderzoek te veel verschillen in de selectie van leerlingen, in de duur van de interventie en in het directe belang van de interventie voor de leerling.
De onderzoekers keken ook naar ervaringen van betrokkenen met lentescholen. 90 procent van de leerlingen vonden dat een lenteschool nuttig is geweest voor hen. Tegenvallers waren de lengte en de hoeveelheid lesstof. Leerlingen vonden dit te lang en te veel. Coördinatoren gaven als aandachtspunten mee dat het soms lastig was om (externe) lenteschooldocenten te vinden en lesmateriaal te regelen. Ook voorlichting en afstemming tussen deelnemende scholen waren punten ter verbetering.
TIER UM adviseert naar aanleiding van deze punten een betere communicatie naar ouders en leerlingen te hebben over de inhoud van lentescholen. Ook is een duidelijk draaiboek handig. Om hieraan tegemoet te komen zullen VO-raad en CNV Onderwijs meer voorbeeldmateriaal verstrekken aan ouders en leerlingen.
In 2016 werden in totaal 96 lentescholen en 133 zomerscholen georganiseerd voor meer dan 11.000 leerlingen. Hierbij waren 488 scholen (vestigingen) betrokken. 63 lente- en zomerscholen hebben bij TIER UM informatie aangeleverd over de deelnemende leerlingen en hun controlegroep).
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids