Vmbo’ers willen minder vaak naar de havo dan twee jaar geleden. Vmbo’ers uit armere buurten zijn positiever over doorleren op de havo dan vmbo’ers uit betere buurten. Dit blijkt uit een groot onderzoek onder 20.000 vmbo-gl- en vmbo-tl-scholieren uit de derde klas, naar hun intentie om voor de havo te kiezen. Dit meldt Qompas.
NOG
'Vmbo’ers minder enthousiast over havo'
-Het onderzoek is uitgevoerd door Qompas, dat is gespecialiseerd in onder meer loopbaanoriëntatie. Qompas heeft gegevens van vmbo’ers over vijf jaar geanalyseerd. Zo wilde bijna een kwart van de vmbo’ers in schooljaar 2013/2014 naar de havo. In 2015/2016 bereikte dit aantal de top met bijna dertig procent, maar de laatste jaren neemt het percentage weer af tot een kwart van de leerlingen in 2017/2018. Het werkelijke percentage vmbo’ers dat naar de havo gaat, ligt lager: in schooljaar 2017/2018 begon 17,8 procent van de vmbo-tl-leerlingen aan de havo (bron: OCW ‘18).
Een mogelijke verklaring voor de afgenomen belangstelling is dat scholen de laatste jaren steeds meer drempels hebben opgeworpen voor vmbo’ers die naar de havo willen. Wellicht heeft dit een negatief effect op hun motivatie. Minister van Onderwijs Arie Slob wil een einde maken aan de wildgroei van regels die scholen hanteren. Hij wil landelijk geldende regels invoeren zodat doorstroom soepeler verloopt.
Opmerkelijk is dat vmbo’ers met een lage sociaaleconomische status positiever zijn over de havo dan vmbo’ers met een gemiddelde of hoge sociaaleconomische status. Dit is opvallend omdat de drempels die scholen opwerpen, de laatste jaren vooral een negatief effect hebben op scholieren uit minder kansrijke milieus met laagopgeleide ouders (bron: Onderwijsraad ’18).
Uit dit onderzoek blijkt dat ruim een kwart van de vmbo’ers uit de slechtste én uit de beste buurten naar de havo wil. Van vmbo’ers uit ‘gemiddelde’ buurten is dat 23 procent. Vmbo’ers uit de slechtste buurten verklaren minder vaak dat ze niet naar de havo willen dan vmbo’ers uit betere buurten.
Door: Nationale Onderwijsgids