De Inspectie van het Onderwijs heeft ernstige gebreken vastgesteld bij het bestuur van Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam. Het bestuur neemt geen afstand van personen met een omstreden reputatie, er is sprake van financieel wanbeheer, relaties met externe partijen worden geschaad en het burgerschapsonderwijs is onvoldoende. De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat het huidige bestuur van de school de geconstateerde tekortkomingen kan wegwerken. Dit meldt de Onderwijsinspectie.
NOG
Inspectierapport Haga Lyceum openbaar: handelen bestuur schadelijk
-Het definitieve rapport Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen: Stichting Islamitisch Onderwijs is, na een uitspraak van de rechter, nu openbaar. De inspectie concludeert in het rapport dat de manier waarop het schoolbestuur functioneert schadelijk is voor de school en de leerlingen. Het neemt geen afstand van personen met een omstreden reputatie. De inspectie constateert dat het bestuur onvoldoende aandacht heeft voor risico’s rond de bevordering van basiswaarden van de democratische rechtsstaat, en daarbij onnodige en onverantwoorde risico’s neemt.
Ook is er sprake van onrechtmatig financieel handelen van het bestuur onder meer in de vorm van zelfverrijking. Daarnaast is er sprake van belangenverstrengeling. Het bestuur geeft te veel geld uit aan zichzelf, familieleden en relaties.
Bovendien schaadt de directeur-bestuurder met zijn (soms provocerend) optreden de relatie tussen de school en de overheid en andere externe partners. Een deel van de ouders voelt zich onveilig en is bang om afwijkende meningen naar voren te brengen. Daarnaast schiet het intern toezicht schromelijk tekort en beschikt het bestuur over weinig deskundigheid en ervaring.
De inspectie vindt dat de school in het burgerschapsonderwijs beter en stelselmatig duidelijk moet maken wat de belangrijke waarden zijn in de Nederlandse samenleving, zoals bijvoorbeeld gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid. Daarbij is het ook belangrijk om aandacht te geven aan risico’s die leerlingen lopen in de grootstedelijke omgeving waarin zij opgroeien en waarin ze in aanraking komen met bijvoorbeeld discriminatie of homohaat. De school onderkent deze risico’s, maar stemt het onderwijs er niet op af. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat de school de leerlingen aanzet tot onverdraagzaamheid of dat leerlingen salafistische lessen krijgen.
Niet alles op de school is onvoldoende. De inspectie concludeert dat de meeste lessen van voldoende niveau zijn en dat leerlingen die dat nodig hebben voldoende begeleiding krijgen. De meeste leerlingen voelen zich veilig op school en zijn tevreden over het onderwijs.
De inspectie heeft het bestuur een aantal herstelopdrachten gegeven maar zegt er geen vertrouwen in te hebben dat het huidige bestuur deze herstelopdrachten goed zal uitvoeren.
Door: Nationale Onderwijsgids